Spreektekst Aandeelhouderschap NV Monumentenfonds Brabant

De PVV staat hier met een gemengd gevoel tegenover: enerzijds zijn we als PVV groot voorstander van het behoud van monumentaal erfgoed, anderzijds is de werkwijze van dit Monumentenfonds het bekostigen van haar activiteiten door exploitatie van de monumenten vanuit huuropbrengsten. En daar zit wat PVV betreft wel een bedenking bij dit voorstel: voor de provincie is het in principe geen kerntaak om vastgoed te exploiteren. Die situatie moet dus ook niet langer dan noodzakelijk het geval zijn.

Als wens willen wij uiten dat als er monumentaal vastgoed verhuurd wordt, dit nooit ter beschikking zal worden gesteld aan de opvang van asielzoekers of statushouders.

Verder nog iets over de procesgang. Het voorstel behelst dat PS geen wensen of bedenkingen uiten, dat als gevolg van het feit dat het een collegebevoegdheid is om tot 100 % aandeelhouderschap te komen. Maar kijk er nou eens van bovenaf op, dan is het op zijn minst toch raar dat wij worden geadviseerd om geen wensen of bedenkingen te uiten.

Hoe serieus neem je nu de volksvertegenwoordiging? ’’Hier heb je onze beslissing, maar eigenlijk mag je er niets van vinden.” En met dergelijke onzinnige zaken, voorzitter, zijn wij hier voortdurend bezig. Wanneer u PS echt serieus zou nemen, dan was u aan de voorkant bij ons gekomen om te peilen hoe de grondhouding was. Nu is het wederom mosterd na de maaltijd en hebben we weer een vastgoedklus erbij. Met al zijn risico’s van dien.

Verder valt tussen de regels te lezen dat er een verkenning wordt opgestart naar een eventuele aanvullende rol van het monumentenfonds in Brabant. Welk besluit rechtvaardigt deze beslissing en wat is hiervan het doel? Waar is ook in dit geval de rol van PS? En ook hier alleen sprake van informeren richting PS.

Samenvattend dus de vraag of u de asielindustrie buiten deze panden kunt houden en hoe lang u denkt dat deze onwenselijke situatie gaat duren? Welke omstandigheden kunnen voor het college opportuun zijn, om in uw woorden te spreken, om u uit deze constructie terug te trekken?

Ook uw bewering dat er eventueel een bredere rol voor het Monumentenfonds denkbaar en van toegevoegde waarde is, hier formuleert u onvoldoende smart en dus onvoldoende controleerbaar en dus onvoldoende democratisch op ons los. Want hoezo rechtvaardigen deze voorgaande beweringen dat een aandeelhouderschap verdedigbaar is? Welke resultaten meldt u hier nou eigenlijk?

Juist helemaal niks, ook hier een hoog bla bla gehalte.

Tot zover eerste termijn.