Spreektekst Uitvoeringsprogramma Cultuur

Voorzitter,

Afgelopen zondag fietste ik met mijn gezin over de Maasdijk in Wijk en Aalburg, alwaar in de prachtige uiterwaarden het voetbalterrein ligt van VV Wilhelmina '26. Ik moest al trappende op de fiets denken, aan de begrotingswijziging die we vandaag behandelen. Op dat voetbalterrein, voorzitter had ik in mijn jeugdjaren een droom: Betaald voetbalspeler worden. De inzet die was er zeker vanuit mijn kant. Liep dag en nacht te voetballen en in gedachte had ik één doel: wekelijks mijn voetbalkunsten vertonen in een uitverkocht stadion.

Helaas voorzitter, tot professioneel voetballer heb ik het nooit geschopt: Geen PSV, geen RKC, maar het werd voor mij zesde van Wilhelmina’26

Wat heeft dit met de begrotingswijziging te maken die vandaag voor ons ligt zult u zichzelf afvragen.

Nou voorzitter, eigenlijk alles!

Wat als ik nu, ondanks het feit dat mijn talenten het niet toelieten om met voetbal mijn brood te verdienen, met alle geweld toch betaald voetballer was geworden, puur omdat er subsidiepotjes voor hadden bestaan?

Ik, gewoon als professioneel voetballer door het leven dankzij een, ik noem maar wat, "Brabant V"?

Zou u als GS en wij als PS dit normaal vinden?

Ik denk het niet.

Maar het rare is voorzitter, in het cultuurwereldje zien we dit fenomeen wel, en voor de goede orde: Ik heb het hier niet over erfgoed, bibliotheken, musea en gemeenschappelijke voorzieningen die de leefbaarheid echt vergroten, zaken alwaar de PVV wel achter staat.

Ik heb het hier over de categorie, zoals wij ze altijd noemen "subsidieslurpers".

Hiermee bedoelen wij de vele op elitaire leest geschoeide professionele kunstenaars, instellingen en festivals die met het “product” wat ze leveren, jaar in, jaar uit, niet hun eigen boterham kunnen verdienen.

Ze vermaken een te beperkt aantal geïnteresseerden die voor deze getoonde kunsten wat Eurie’s over hebben.

Deze Paul van Kemenade's in onze provincie zien wij voorzitter, als een soort van Willem Bakkers die betaald voetbal spelen en dit mede alleen kunnen doen door de provinciale subsidie-infusen.

Voorzitter, bibliotheken in dorpen sluiten en muziekscholen verdwijnen uit het straatbeeld.

Daarom is het des te schrijnender om te zien dat dit college kiest voor elitaire kunstkoepels en failliete festivals waar geen mens naartoe gaat.

De prestatie-indicatoren in de stukken zeggen genoeg:

Jaarlijks liggen er een 40 tal projecten op het gebied van de professionele basisinfrastructuur aan subsidie-infuus, daartegenover worden er slechts twee projecten buitenschoolse cultuureducatie gesteund. Qua aantal gelijk aan de twee decadente netwerkbijeenkomsten van DC network.

Verder zijn de visies die we lezen, wollige vergezichten zonder concrete inhoud. Leg nu eens uit, wat zijn nu precies de concrete plannen van het college?

En waar kunnen we dit college op gaan afrekenen?

De PVV is duidelijk: Wij hebben een samenlevingsgeoriënteerde visie op kunst en cultuur. Dit hangt samen met zorgdragen dat bibliotheken en musea open blijven en dat muziekverenigingen, muziekscholen, gildes, toneel- en zangverenigingen kunnen floreren. Oftewel dat het rijke Brabantse verenigingsleven vitaal kan bloeien

We zullen met deze strekking ook een motie indienen

Tot zover voorzitter.