Spreektekst inpassings- en exploitatieplan LPM

Voorzitter,

Opnieuw spreken Provinciale Staten vandaag over de ontwikkeling van Logistiek Park Moerdijk. Helaas moeten we ook opnieuw vaststellen dat GS volhardt in haar tunnelvisie over de ontwikkeling van dit project op de locatie in het buitengebied van Moerdijk. GS heeft geen boodschap aan de uitspraak van de Raad van State en noemt de rechterlijke vernietiging van het plan vergoeilijkend een ‘vormfoutje’. Nee voorzitter, dit was geen vormfoutje, een exploitatietermijn van 20 jaar was wettelijk gewoon niet mogelijk. Dat de minister vervolgens middels een tranchebesluit bij de Crisis- en herstelwet simpelweg een wettelijke uitzonderingsmogelijkheid voor dit project schept zodat GS dit plan opnieuw kan indienen is dan ook niet goed voor de rechtszekerheid van betrokken burgers.

Als het immers zo’n fantastisch plan zou zijn waar bedrijven echt om zitten te springen zou het ook binnen de normale wettelijke exploitatietermijnen moeten kunnen en heb je geen crisismaatregel nodig. Het is echter nog maar de vraag hoe houdbaar het vernieuwde plan is. De geactualiseerde onderzoeken van de Stec-groep hebben niets nieuws te melden, haar update van nut en noodzaak blijft hangen in de tunnelvisie met de enige gewenste uitkomst. Alternatieven worden nog steeds niet serieus genomen. Met name blijven de drogredenen op papier staan dat de Shellgronden geen optie zouden zijn, zogenaamd vanwege de beschikbaarheid voor zware industrie en veiligheidsredenen. Naar praktische oplossingen in dat kader wordt niet gekeken en tegelijkertijd stelt hetzelfde onderzoek dat de vraag naar industriële vestigingsruimte alleen maar zal afnemen. Dit is nogal tegenstrijdig. De vraag is dan ook hoe houdbaar dit is met het oog op de verplichte toepassing van de zogenaamde ‘ladder van duurzame verstedelijking’. Graag een reactie van GS.

Voorzitter, niet alleen de fysieke ruimte, maar ook de ruimte in PAS-maatregelen, het doorgeslagen stikstofbeleid, moet zorgvuldig worden afgewogen. Voor het LPM is ontwikkelingsruimte gereserveerd in de PAS. Deze schaarse PAS-ontwikkelingsruimte kan ook in worden gezet voor alternatieve projecten, met wellicht een veel beter rendement voor de Brabantse economie en minder risico’s voor de belastingbetaler – zoals wegeninfra. Het LPM lijkt immers vooral een economische bijdrage op te leveren voor Oost-Europese arbeidsmigranten in plaats voor de Brabantse burgers. Die ondertussen wel de rekening kunnen krijgen voor de financiële risico’s.

Voorzitter, GS richting de omwonenden geeft ondertussen een drogredenering over een mogelijke herbezinning van ‘Moerdijk meer mogelijk’: Caldic is immers al gesloten en de kosten hiervan moeten sowieso door de belastingbetaler gedragen worden, ook als LPM wel door zou gaan.

De PVV-fractie blijft van mening dat er met inzet van praktische maatregelen een prima alternatief voor de locatie van LPM voor handen is op de braak liggende Shellgronden. Met deze tunnelvisie van GS zullen we dan ook niet instemmen.