Bijdrage PVV Commissie Cultuur en Samenleving 17 februari 2012: leefbaarheid én veiligheid; Brabants erfgoed

1. Startnotitie Leefbaarheid 2012-2015

Deze notitie is volgens ons een helder en duidelijk stuk. Ook wordt er aan het eind een duidelijke vraag gesteld, wat men van ons wil weten.

· In de definitie van leefbaarheid wordt een veilige leefomgeving genoemd en daar wil de PVV graag extra nadruk op leggen. Hoe kan de provincie daar een rol in spelen?

T.a.v. de provinciale rol in leefbaarheid en veiligheid verwijzen wij naar het Limburgse coalitieakkoord, waarin veiligheid als speciale paragraaf is opgenomen:

Veiligheid

Een leefbare omgeving is vooral ook een veilige omgeving. Naast de reguliere taken van de provincie bij rampenbestrijding en milieuhandhaving kunnen we de veiligheid in wijken en dorpen vergroten. De Provincie kan een toegevoegde waarde hebben, vooral daar waar veiligheid en leefbaarheid elkaar raken of daar waar de provincie kan bijdragen (investeren) aan het versterken van de (infra)structuur. Ook kan de provincie zorgen voor beter toezicht, handhaving en samenwerking in de veiligheidsketen.

Primair moeten de gemeenten een grotere veiligheid in wijken en dorpen zien te bereiken door integraal regionaal samen te werken. Ook het aangaan van (veiligheid-) convenanten tussen de actoren in de veiligheidsketen kan de provincie ondersteunen.

Om een betere leefomgeving in de wijken te bereiken zal de provincie daar waar nodig ondersteuning kunnen bieden aan gemeenten. Dit kan in de vorm van ondersteuning van pilotprojecten, met als doel de resultaten versneld over de provincie te verspreiden. Hierbij kan worden gedacht aan de bestrijding van hennepteelt, grensoverschrijdende drugscriminaliteit, inbraakpreventie, loverboyproblematiek, veilig ondernemen, geweld tegen hulpverleners, overlast in nachtelijke uren. De verkeersveiligheid is ook een punt.

· Er zit ook een advies bij van de Provinciale Omgevingscommissie Noord-Brabant (POC) en deze geeft enkele kanttekeningen, waar wij volledig mee kunnen instemmen. Met name het punt dat recreatie en toerisme ontbreken en dat er gezocht moet worden naar financiering door andere partijen.

Voor wat de aan de commissie gestelde vragen betreft kan de PVV instemmen met de in de Startnotitie aangegeven 3 beleidsrichtingen (Uitvoering IDOPs, Regionale aanpak leefbaarheid, Integratie leefbaarheid en burgerparticipatie in provinciale kernopgaven) en vindt daarbij alle 3 de accenten erg belangrijk. Ook kan de PVV instemmen met uitwerking van de paragrafen "Instrumenten" en "Vervolg" van deze Startnotitie. Met kanttekening dat bij financiën (naast de 10 milj. van de provincie) ook driftig gezocht moet worden naar andere partijen. Zowel georganiseerde bijeenkomsten met PS-leden als door PS georganiseerde hoorzittingen zijn goede manieren om betrokken te worden bij de kader stellende beleidsnota.

 

2. Uitvoeringsprogramma erfgoed 2012-2015

Ook dit is een helder en duidelijk verhaal met aan het eind twee duidelijke vragen aan de commissie.

· Er is een brief binnengekomen van de Stichting Brabantbeeld die zich inzet voor de instandhouding van Brabantse kerkgebouwen. Wij kunnen hun zorgen onderschrijven: zij pleiten voor een fiftyfifty regeling tussen provincie en gemeenten voor het ontwikkelen van een gemeentelijke kerkenvisie en –beleid. Ook willen ze een verruiming van het onderdeel "Instandhouding monumenten", nl. niet alleen rijks monumentale kerken, maar alle cultuurhistorisch waardevolle kerken zouden in beginsel in aanmerking moeten komen voor een regeling. Voor wat de monumenten betreft is het van belang dat er duidelijk sprake moet zijn van een provinciaal belang wanneer hiervoor middelen worden ingezet. Bij de instandhouding van kerkgebouwen is er sprake van verschillende provinciale belangen die met kerkgebouwen samenhangen: de leefbaarheid van de kerkdorpen (ook de relatie met o.a. de Idop-investeringen), de provinciebrede grootschaligheid (speelt in de héle provincie, geen op zichzelf staand lokaal probleem) en de provinciale taak t.a.v. cultuurhistorie. Dit rechtvaardigt de inzet als provinciaal belang.

· Ook de Monumentenfederatie stuurde een mail naar de provincie, waarin ze aangeven met instemming te hebben kennisgenomen van het Uitvoeringsprogramma. De PVV wil graag het belang van deze organisatie onderstrepen: inzet en betrokkenheid van de vrijwilligers en hun organisaties zijn van zeer groot belang bij de uitvoering van het erfgoedbeleid.

· Tot op heden bestond er geen onderhoudsplicht voor monumenten en kon de overheid niet ingrijpen bij verwaarlozing. Nieuwe jurisprudentie betekent echter een zeer grote omslag in het monumentenbeleid, voortaan is zelfs het passief verwaarlozen van monumenten in strijd met de Monumentenwet. Dit heeft bijvoorbeeld gevolgen bij een monumentale kerk met een lekkend dak, dit kan in het vervolg worden aangemerkt als passieve verwaarlozing.

Gelet op het grote aantal kerkgebouwen wat de komende jaren haar functie zal verliezen, lijkt het de PVV van groot belang dit mee te nemen in het provinciale monumentenbeleid.

· Aansluitend hierop wil de PVV een pleidooi houden voor het behoud van Joodse begraafplaatsen ( = een dodenakker waar uitsluitend Joden zijn begraven). Op elke begraafplaats staan evenveel kleine monumenten als er grafstenen aanwezig zijn. De meeste begraafplaatsen liggen op voormalige heidegronden. Er bevinden zich er honderden van in Brabant, vaak verwaarloosd. De Joodse gemeenschap bestaat nauwelijks meer en deze begraafplaatsen zijn mede daarom van grote cultuurhistorische waarde: zij herinneren aan wat eens is geweest en maken tegelijk zo schrijnend duidelijk dat er zo weinig over is. Deze plaatsen zijn getuigenissen van aangrijpende gebeurtenissen uit de geschiedenis van het Joodse volk. Om bovengenoemde reden (genoemd bij de kerkgebouwen) is het ook van belang om bij de Joodse begraafplaatsen te benadrukken dat het hier een provinciebrede inzet betreft. Wij willen daarom graag weten: wat heeft de provincie voor mogelijkheden? Restauratie, informatiebordjes?

· Dan voor wat de boerderijen betreft is er naar ons idee wel degelijk een taak weggelegd voor de provincie en kan men zich niet beperken tot grootschalige erfgoedcomplexen. In artikel 6.4 lid 1 sub b van het Besluit omgevingsrecht wordt GS namelijk aangewezen als adviseur bij wijzigingen (op grond van art. 2.1 lid 1 sub f Wabo) van beschermde monumenten buiten de bebouwde kom. In de praktijk zullen dit dus ook veel boerderijen zijn. Vraag van de PVV: hoe gaat GS hiermee om?

Voor wat de vragen aan de commissie betreft kan de PVV instemmen met begrotingswijziging, op basis van bijgevoegd uitvoeringsprogramma, waardoor € 9,6 miljoen uit het Bestuursakkoord beschikbaar wordt gesteld. Ook stemmen wij in met de vraag om GS opdracht geven het Uitvoeringsprogramma Erfgoed 2012-2015 tot uitvoering te brengen.