Voorzitter,
“Geen nieuw beleid.” Dat was wat Gedeputeerde Van Gruijthuijsen te kennen gaf over deze Perspectiefnota bij de commissie Sturen en Verantwoorden. Dat kán GS ook makkelijk stellen met deze Perspectiefnota in de hand, want door zo’n beetje al het lopende beleid structureel te maken, daarbij ook structureel van middelen te voorzien en ver over het graf heen te regeren wordt er ook helemaal geen ruimte geboden voor nieuw beleid. Noch voor de rest van deze bestuursperiode en zelfs niet voor de nieuwe Staten over twee jaar. ‘Geen nieuwe beleidsruimte voor PS’ zou dan ook een veel betere formulering zijn.
Voorzitter,
Het debat wat we vandaag voeren is de uitkomst van een absurde, maar bovenal onzuivere, gang van zaken. De BOS2.0 is een beleidsstuk wat sterk bepalend is voor de wijze waarop deze provincie omgaat met stikstof en dientengevolge met onze boeren, onze bedrijven, onze bouwprojecten en onze automobilisten. Het is zo verstrekkend dat iedere Brabantse burger direct of indirect de gevolgen van dit beleid zal ondervinden. Bij zulke ingrijpende beslissingen moet Provinciale Staten haar volksvertegenwoordigende en kaderstellende rol optimaal kunnen invullen.
Voorzitter,
Over de TAM zelf kan ik kort zijn: met name dat de zonneladder nu wordt aangescherpt is wat de PVV fractie betreft uitstekend. Maar over de uitvoering daarvan hebben we nog wel enige kritiekpunten.
Uitgangspunt van de huidige zonneladder is dat landbouwgrond pas de laatst mogelijke beschikbare locatie is voor zonnepanelen. In de praktijk zien we nu echter dat bij een project als Heidebos van Sunvest op de Hooghei in Berlicum dat de gemeente Sint Michielsgestel wel erg makkelijk zonnepanelen toestaat op landbouwgrond. Ze schuiven feitelijk de zonneladder aan de kant door te stellen dat het geschatte potentieel aan zonnepanelen op bedrijfsdaken in 2030 wellicht toch niet realistisch is én omdat ze nu eenmaal voor 1 januari 2025 voor de RES-opgave de omgevingsvergunningen voor zonneparken verleend moeten hebben. Verder stelt de gemeente dat er voor bijvoorbeeld restgronden geen aanvragen zijn ingediend, en daarom zou landbouwgrond noodzakelijk zijn.