Een echte kerntaak van de Provincie ligt wat de PVV betreft bij de regionale economie. Brabant heeft enorm veel te bieden als provincie, maar alles staat of valt met een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven. Een goede infrastructuur is onontbeerlijk zodat zowel goederen als personen fatsoenlijk en snel van A naar B kunnen. Ondernemers moeten kunnen ondernemen en daartoe zo min mogelijk worden gehinderd door ambtelijke regeltjes. De belangen van ondernemers gaan wat de PVV betreft vóór de belangen van natuur- en milieuclubs.
En bovenal: het moet goed toeven zijn in ons mooie Brabant, zowel wat betreft werken alsook ten aanzien van wonen en recreëren. De PVV ziet meer kansen voor de toeristische sector en wil leefbaarheid hoog op de provinciale bestuurlijke agenda plaatsen. Leefbaarheid moet het vestigingsklimaat in onze provincie waarborgen, waarbij initiatieven van bewoners het uitgangspunt zijn. Bijvoorbeeld burgerinitiatieven voor aanvullende zorg of het behouden van voorzieningen in kleine kernen. In bestuurlijk overleg in de regio moet leefbaarheid de aandacht krijgen die het verdient.
Daarnaast is het Brabants erfgoed een belangrijk onderdeel van de aantrekkelijkheid van onze provincie, en dient -niet in de laatste plaats- om die reden gekoesterd te worden. Ons erfgoed omvat ons gehele Brabantse culturele doen en laten inclusief onze geschiedenis: van gildes, harmonieën en fanfares tot aan amateurtoneelverenigingen en zangkoren, carnaval of de kermis en van kloosters, heemkundekringen en monumenten tot aan streekproducten, molens en hoeves. Deze culturele basis legt een fundament onder het fenomeen van goed toeven in Brabant.
Maar in plaats van investeren in deze zaken heeft de Provincie nu gekozen voor miljoenen verslindende fondsen gevuld met Brabants geld dat wordt opgemaakt aan windturbines en klimaatprojecten, elitaire kunstprojecten, de aanleg van nieuwe tekentafelnatuur en de financiering van een onrendabel breedbandnetwerk. Allemaal zaken die door de markt zonder subsidie zouden moeten worden opgepakt, of bij gebrek daaraan volstrekt overbodig of irrelevant zijn.
En daarom:
- Meer ontwikkelkansen voor toerisme aangrijpen en meer inzetten op toerisme en recreatie als een belangrijke economische motor van Brabant;
- Zet met prioriteit in op leefbaarheid in steden en dorpen, met name de kleine kernen dienen daarbij de aandacht te krijgen;
- Handhaven van ons Brabants cultureel erfgoed, leegkomende monumentale kerken passend herbestemmen;
- Niet-materieel erfgoed zoals het verenigingsleven, gildes, toneel, bibliotheken en musea dient gekoesterd en gesteund te worden;
- Geen pensions of campings met voornamelijk Oost-Europese arbeidsmigranten;
- Geen asielzoekerscentra in Noord-Brabant;
- Geen voorkeursbeleid woningtoewijzing voor asielzoekers en Oost-Europese arbeidsmigranten;
- Behouden van basisscholen in kleine dorpskernen, inzet op kleinschaligheid;
- Toegankelijkheid van voorzieningen en gebouwen voor gehandicapten waarborgen;
- Eindhoven Airport moet kunnen groeien. Van belang is dat dit vliegveld goed bereikbaar is, met voldoende parkeerplaatsen;
- De zeggenschap over economisch vitale infrastructuur, zoals Eindhoven Airport en de zeehaven Moerdijk, moet volledig in Nederlandse handen blijven;
- Stimuleren van ondernemerschap: ondernemers met ideeën en plannen worden gefaciliteerd in plaats van ontmoedigd, regels mogen niet in de weg zitten;
- Aantrekken en behouden van ondernemingen;
- Innovatiebeleid blijven stimuleren ten behoeve van structuurversterking, vooral ook voor het Midden- en Kleinbedrijf (MKB);
- Handelsbetrekkingen met andere R&D-regio’s (Research & Development), met name Israël, versterken;
- Het Groenfonds, Energiefonds, Cultuurfonds en Breedbandfonds dienen direct te worden opgeheven;
- Essentgeld alleen naar automobiliteit (inclusief oplossen van knelpunten op rijkswegen), leefbaarheid of cultureel erfgoed, en anders terug naar de portemonnee van de Brabanders;
- Haal de Brabantse belasting terug uit de EU, maar alleen als het project ook zonder EU subsidie zou worden uitgevoerd en zonder toe te geven aan Brusselse beleidseisen en regelzucht.