Statenvoorstel 13/12A -Verordening ruimte 2012

Voorzitter, voor ons ligt een belangrijk instrument van de provincie om het beleid uit de structuurvisie te kunnen uitvoeren. Het is een instrument wat een handvat biedt aan de gemeente , belangenverenigingen, ondernemers, maar ook aan de Brabantse burgers.

Derhalve hebben we al eerder het belang benadrukt en verzocht om een spoedige evaluatie. Jammer genoeg zien we op de planning dat deze verder naar achteren geschoven is.

Gesproken wordt over een beleidsarme wijziging, integendeel er worden een aantal belangrijke punten benoemd:

Voor het instrument voorrangsregeling proactieve aanwijzing en algemene ontheffingsmogelijkheid, is de PVV van mening dat kennisgeving en besluitvorming bij PS thuishoort en niet gemandateerd naar de commissie.

Daarnaast de verlenging van de algehele bouwverbod geiten- en schapenhouderijen in Brabant.

De laastste jaren (sinds 2000) heeft er al een forse schaalvergroting, 25% (bron CBS), van geitenhouderijen plaatsgevonden met een gemiddelde van 880 geiten per geitenbedrijf. Gezien de onduidelijkheden omtrent de gezondheidsrisico, verspreiding van Q-koorts, ondersteunt de PVV deze bouwstop dan ook van harte.

Wellicht kan het college derhalve ook begrijpen dat onze fractie, net als de Brabantse burgers, omwonenden in het buitengebied en Q-koortspatiënten, geschokt was om te horen dat er toch voorbereidende werkzaamheden plaatsvinden voor een geitenstal in oa Landerd, Oirschot, Oss en Zeeland. De maatschappelijke onrust en weerstand die gecreëerd wordt door de voortdurende onduidelijkheid en de mogelijke gezondheidsrisico's voor omwonende van intensieve veehouderij wordt hiermee versterkt en maakt veel emoties los bij alle partijen.

Voorts zijn wij wel content om te horen dat er vanuit het college actief ingezet gaat worden op heldere communicatie omtrent de Verordening Ruimte. Zoals in de regiobijeenkomsten werd aangehaald als aandachtspunt ''Snelheid en voorkomen patstelling tussen overheden''. Helaas is dat in deze absoluut niet gebeurt en zijn artikelen, onder meer 9.8 lid b, voor meerdere interpretaties vatbaar.

Voorzitter, hoe betrouwbaar en geloofwaardig is de overheid en dit college als ondanks de bouwstop van geiten- en schapenhouderij er toch gebouwd wordt?

Hoe legt de gedeputeerden uit aan mensen (waaronder de actiegroep Groen Graspeel op de tribune), dat ondanks de bouwstop hun buurman op de Langstraat in Zeeland, waar in verleden de Q-koorts bacterie is aangetroffen, gisterochtend gestart is met de bouwwerkzaamheden - het storten van een betonnenvloer - voor de intensieve geitenhouderij voor maar liefst 2700 geiten.

Betrokken ondernemers staan echter in hun recht met of voor een rechtsgeldige vergunning voor een geitenstal. Hiermee rijst gelijk de vraag, waarom is niet ingegrepen terwijl de provincie ten tijde van het provinciaal voorbereidingsbesluit geitenhouderijen in 2009 al wist van deze bouwaanvragen? Waarom is geen gebruik gemaakt van de reactieve aanwijzing?

Gezien de tegenstrijdigheid in de beantwoording en correspondentie van de Raads- en Statenvragen: Zijn er in strijd met het bestemmingsplan vergunningen afgegeven en zoja, dan is zoals Brabants Dagblad in de media aangaf: ''Staten fout ingelicht over geitenstal'' een politieke doodzonde. Gedeputeerde, wat is hiervan waar? Gezien de patstelling onderling, wie is verantwoordelijk voor deze grove blunder en waarom moet PS dit vernemen via omwonende en media?

Inmiddels leven we echter in een andere realiteit en is de situatie ook veranderd en vragen GS derhalve om alle vergunningen voor een geitenhouderij op basis van volksgezondheid en rechtmatigheid te bekijken, in te trekken en desnoods ook vernietigen te verzoeken bij de Kroon. Alsmede deze hiaat in de Verordening, door wellicht opnemen van milieuvergunningen, te corrigeren bij vaststellen van dit verbodsartikel. Zodat niet ook de lopende 35 zaken voor een intensieve geten- of schapenhaderij gerealiseerd worden. Voorzitter, en hoe staat het met handhaving van de Verordening Ruimte, zeker in geval bij gemeente die eerder onder verscherpt toezicht zijn geplaatst door VROM. Hoe gaat het college dit aanpakken?

Voorzitter, als afsluiting nog een tweetal moties.

Wie kent niet het jaarlijkse ritueel van dansende koeien in de wei. Helaas komt in Brabant ca 41% van de koeien niet naar buiten, in de rest van Nederland is dat 25%, terwijl de gangbare norm 120 dagen is. Daarnaast is het aantal grote melkveehouderijen gestegen (sinds 2005, bron provincie NB) van 43 naar 188. PVV blijft zich verzetten tegen feit dat agrarische bedrijven die runderen permanent op stal laten staan niet als intensieve veehouderij worden gezien. Een agrarisch bedrijf met koeien in de wei of een stuk land is niet per definitie grondgebonden.

Dat de definitie grondgebonden aanpassing behoeft hebben we inmiddels wel gemerkt door de verschillen van interpretaties in de discussie omtrent de geitenhouderij. Om daarin duidelijkheid te verschaffen en om, net als Campina en haar adviseur, tevens betrokken bij deze motie, Stichting weidegang, om oa koeien in de wei te stimuleren het verzoek om in het volgende stadium een aanpassing door te voeren van de begripsbepaling grondgebonden. Daarnaast verzoeken we de gedeputeerde, gezien de grondgebonden melkrundveehouderij aan land gebonden is, ook de mogelijkheid te bekijken om kavelte ruil te stimuleren/faciliteren.

Mijn tweede motie betreft huisvesting arbeidsmigranten. Graag zouden we net zoals bij de Beekse Bergen in de explotatieovereenkomst ook explicieter waarborgen dat op andere Brabantse recreatieparken geen arbeidsmigranten worden ondergebracht. Dat deze problematiek complex is en vraagt om een integrale benadering is gebleken in de commissie ROW, maar ook in Raadsvragen oa kortgeleden door de VVD fractie in Veghel en het antwoord van de coalitie hierop. Daarnaast kan Brabant de komende decennia meer arbeidsmigranten tegenmoet zien. Hierbij sluiten we ons aan bij het CDA, dat dit vraagt om een toekomstvisie. Graag zouden we dan ook zien dat er nu, en niet vrijblijvend, een provinciale oplossing komt. Bewust is derhalve gekozen voor dit moment, zodat de wijzigingen opgenomen kunnen worden, besproken in de cie in augustus en vastgesteld kunnen worden in maart tijdens de Verordening ruimte 2013.