Motie Laat Brabant niet stilstaan

Provinciale Staten van Noord-Brabant, in vergadering bijeen op 11 mei 2012 ter bespreking van het Economisch Programma van Brabant,

Constaterende dat:

- De economie in Brabant het afgelopen jaar niet sterker is geworden en impulsen kan gebruiken;

- Brabant de tweede economische regio van Nederland is maar met een aantal knelpunten op het gebied van mobiliteit kampt;

-Het economisch programma mooie kansen biedt maar dat nog onvoldoende wordt ingezet op de voorwaarden die helpen deze kansen mede te creëren en verzilveren.

Overwegende dat:

- Met het voorliggende Economische Programma impulsen voor onze Brabantse economie mogelijk zijn;

- De daadwerkelijke realisatie mede staat of valt met de bereikbaarheid van en in Brabant, omdat voor versterking van de economie en het waarborgen van de leefbaarheid een goede bereikbaarheid cruciaal is;

- De Brabantse economie baat heeft bij extra investeringen die zowel op lange als korte termijn economisch rendement genereren;

- De noodzaak om een aantal mobiliteitsknelpunten in Brabant zoals de A27, A58 en N65 aan te pakken hoog is;

- Momenteel van rijkswege geen geld beschikbaar is voor de aanpak daarvan, maar het geld in Brabant via de reserves aanwezig is;

- Een goed economisch rendement in termen van bijvoorbeeld werkgelegenheid, een goed vestigingsklimaat en goede economische bereikbaarheid opweegt tegen een financieel rendement in termen van jaarlijkse renteopbrengsten op kapitaalreserves;

- Een investering in bereikbaarheid en mobiliteit niet alleen voor de toekomst economisch potentieel genereert maar in tijden van economische tegenspoed zeker ook als een directe impuls in onze Brabantse economie gezien moet worden.

Verzoeken het College van Gedeputeerde Staten:

- Nog vóór de begrotingsbehandeling te onderzoeken of en op welke wijze de inzet van Brabantse financiële reserves via voorfinanciering en/of cofinanciering ervoor kan zorgen dat er versnelde aanpak van een of meer van de genoemde knelpunten gerealiseerd kan worden, en in relatie daarmee te onderzoeken of er Europese middelen beschikbaar zijn om deze knelpunten op te lossen en de Brabantse en bovenregionale infrastructuur daarmee mede te versterken, en met een actieplan hiervoor te komen.

En gaan over tot de orde van de dag.