Spreektekst bij de begroting 2014 van de provincie Noord-Brabant

Voorzitter,

De begroting 2014 van de provincie Noord-Brabant.

Het streven naar financiële voorzichtigheid kan de PVV alleen maar toejuichen, maar daarvan is hier niet per definitie sprake.

Ten eerste constateren we dat het jaarsaldo ten opzichte van de voorjaarsnota met ruim 33 miljoen euro is verslechterd.

Wellicht nog belangrijker is dat bij het geschetste beeld van evenwicht het relevante feit vermeld zou moeten worden dat de onttrekkingen aan de reserves groter zijn dan de stortingen. Zonder de mutaties in de reserves is er dus sprake van een exploitatietekort voor 2014.

Tenslotte dient vooral ook in ogenschouw te worden genomen dat er in 2012 al een flink voorschot is genomen op toekomstige kosten. In de jaarrekening 2012 zijn veel kosten genomen die eigenlijk betrekking hebben op 2013 tot en met 2016. Ook hier wordt aan voorbij gegaan. Kan het college hierop reflecteren?

Deze provincie geeft dus meer uit dan er binnenkomt. GS spreekt van een solide situatie die onder druk staat. Het onder druk staan wordt geheel toegeschreven aan dalende inkomsten, en de schuld daarvan wordt neergelegd bij de regering die snijdt in de provinciebijdragen of die de provincies hun rente-inkomsten zou ontzeggen door schatkistbankieren in te voeren. Wat de PVV betreft kan de provincie beter de hand in eigen boezem steken door te focussen op de kerntaken en drastisch te snijden in taken en kosten die daar niet bijhoren.

Laten we het bijvoorbeeld eens hebben over cultuur. De PVV heeft daarover een duidelijke visie: Deze provincie besteedt veel teveel geld voor volstrekt verkeerde kunst- en cultuurdoelen. Kunst- en cultuurbeleid impliceert hier op het provinciehuis namelijk het strooien met subsidies voor elitaire koepelorganisaties en megaprojecten. En dat, terwijl een meer samenlevingsgeörienteerde visie op kunst en cultuur hard nodig is. Dit hangt samen met zorgen dat bibliotheken en musea open blijven, dat muziekverenigingen, muziekscholen, gildes, toneel- en zangverenigingen etc floreren. Oftewel, dat het rijke Brabantse verenigingsleven vitaal kan bloeien.

Voorzitter, voor een rijk verenigingsleven en een bloeiend cultureel klimaat in Brabant is een laagdrempelige infrastructuur nodig. Daarom dienen wij samen met de PvdA, Groenlinks en 50Plus een motie in voor het behoud van de muziekeducatie.

Voorzitter,de Culturele Hoofdstad gelden moeten terug naar de Essent middelen. Wij dienen een amendement hiertoe in, omdat die middelen nu gewoon in de begroting zitten.

De PVV sluit eventuele alternatieven voor besteding van de cultuurgelden in de toekomst niet uit, we denken daarbij bijvoorbeeld aan impulsen voor de Leefbaarheid in kleine kernen, monumenten restauratie en voorfinanciering van rijkswegen.

De PVV zou de Taskforce B5 veiligheid graag uitgebreid willen zien naar kleine kernen, en vragen het college hier serieus naar te kijken. Daarnaast stellen wij voor om voor de ‘veldpolitie’ – het project Samen Sterk in het Buitengebied te onderzoeken welke specifieke behoeften er zijn in de Brabantse gemeenten voor de handhaving in het buitengebied, zodat zoveel mogelijk gemeenten aan dit project gaan deelnemen. Wij dienen hiertoe een motie in.

Voorzitter, gisteren werd bekend dat de waterschapslasten voor boeren in Waterschap Aa en Maas fors stijgen. Dit is nogmaals een reden om GS te vragen een oproep te doen aan de waterschappen om te focussen op kerntaken en zoveel mogelijk af te zien van cofinanciering van kostbare natuurprojecten.

Voorzitter, de provincie Zuid-Holland besloot bij de begroting geen subsidie meer te verstrekken aan hun provinciale milieufederatie. In een amendement roepen wij op dit goede voorbeeld te volgen en de subsidie voor de BMF op nul euro vast te stellen. Veel andere maatschappelijke organisaties krijgen immers ook geen structurele provinciale subsidie.

Voorzitter, deze provincie heeft ambitieuze plannen om te investeren in energieprojecten. De PVV wil voorkomen dat geïnvesteerd wordt in totaal onrendabele windenergie en dienen daarom een motie in om Noord-Brabant ‘windmolenvrij’ te verklaren.

Voorzitter, onlangs werd bekend dat het Oorlogsmuseum Overloon problemen heeft. De PVV vindt het belangrijk dat ons historisch erfgoed in de vorm van dit belangrijke museum in stand wordt gehouden. We vragen het college te onderzoeken of de provincie een rol van betekenis kan spelen in het behouden van het oorlogsmuseum. We dienen hiertoe samen met OSN, D66 en 50Plus een motie in.

Voorzitter, in 2014 is het bovendien precies 70 jaar geleden dat Noord-Brabant werd bevrijd van de Duitse bezetting. Op 17 september 1944 startte de geallieerde operatie Market Garden, wat het begin betekende van de bevrijding van onze provincie. Om als provinciebestuur onze dankbaarheid te tonen aan onze bevrijders en om de oudere en jongere generaties bij de herdenking te betrekken, dienen we een motie in om voor herdenkingsactiviteiten in onze provincie per gemeente 1000 euro in te zetten, plus 3000 euro frictiekosten.

Voorzitter, ik maak van kunst- en cultuur een klein sprongetje naar het verwante beleidsterrein Mobiliteit. Nu zie ik u denken: Verwant? Ja hoor, inderdaad, u hoort het goed. Wederom blijkt dat zonder de automobilist er financieel geen sprake kan zijn van het strooien met subsidies voor vage kunst waarin nauwelijks belangstelling voor is. In Nederland wordt de automobilist een poot uitgedraaid via de motorrijtuigenbelasting, om op die manier allerlei linkse hobbies te financieren.

En de PVV heeft genoeg van het voor de gek houden en uitkleden van de automobilist. De automobilist is in deze provincie de grootfinancier van allerlei zaken die niet zoveel met wegen, verkeersveiligheid en fietspaden te maken hebben. Deze provincie vangt van de automobilist via de opcenten motorrijtuigenbelasting in 2013 maar liefst 229 m€ en spendeert nog geen 122 m€. In 2014 is het beeld niet veel anders: 245 m€ rolt de kassa in, en de uitgaven bedragen minder dan 99 m€.

Het is wrang dat de ANWB tegelijkertijd constateert dat heel wat Brabantse provinciale wegen nog enorm aan veiligheid kunnen winnen.

Wij pleiten er daarom wederom voor, dat de Brabantse opbrengsten uit de opcenten motorrijtuigenbelasting enkel en alleen ingezet worden aan de inrichting en onderhoud voor wegen en fietspaden in Noord-Brabant. Naast asfalt en fietspaden kan het daarbij ook gaan om middelen voor verkeersveiligheids- en doorstromingssystemen.

En het college kan hier juridisch en bestuurlijk zijn gelijk wel gaan claimen door te stellen dat in het hier en nu de opcenten niet gerelateerd zijn aan het budget voor wegen, maar de PVV is van mening dat wat nu niet is, dan maar heel snel wel geregeld moet worden.

En geacht college, er blijft dus nog heel veel geld over van die opcenten. Dat is geld van de Brabantse automobilist. U kunt dat geld wat de PVV betreft gebruiken voor cofinanciering of voorfinanciering van prioriteiten op rijkswegen die anders alweer in de tijd gaan vooruitschuiven. U kunt er ook voor kiezen het geld aan de automobilist terug te geven door simpelweg het tarief te verlagen.

Wij amenderen het ontwerpbesluit over de verordening opcenten.

Nog een mobiliteitspunt, voorzitter. Verkeerslichten. De provincie realiseerde in 2012 een percentage aan vervanging of update toe zijnde verkeersregelinstallaties van 4%. Dat is een mooie prestatie. Tot onze verbazing is de ambitie echter lager vastgesteld, namelijk 7%. Vindt het college niet ook dat als je in staat bent om een resultaat van 4% neer te zetten, dat dat dan ook de ambitie moet zijn, sterker, liever nog minder onderhoudsachterstand? Wij dienen hierop samen met de PvdA een amendement in, evenals over de zichtbaarheid van de zebrapaden.

Voorzitter, de POC brengt regelmatig adviezen uit aan GS en PS, soms gevraagd, soms ook ongevraagd. Het valt ons op dat de ongevraagde adviezen – en de agendering daarvan – soms meer het karakter hebben van een politiek oordeel dan van een onafhankelijk deskundigenadvies. Een voorbeeld daarvan is het ongevraagde advies over de mogelijke kernwapenopslag op Volkel. Het uitdragen van politieke standpunten past niet bij een ongekozen adviesorgaan, dat is een taak voor Provinciale Staten en gemeenteraden.

Dit roept de vraag op of de werkwijze van de POC nog wel volstaat om GS en PS op voldoende onafhankelijke en deskundige basis te kunnen adviseren. Daarbij kan kritisch gekeken worden naar de huidige samenstelling: zitten er voor de vraagstukken over de fysieke leefomgeving die in onze provincie spelen wel de juiste instanties en personen aan tafel?

Een aantal leden van de POC is immers ook al op andere manieren actief bij het provinciale beleid betrokken. Is er dan nog wel sprake van voldoende distantie om onafhankelijk te adviseren over de fysieke leefomgeving?

Ook kan de vraag gesteld worden of de verordening voor de POC niet moet worden aangepast: om te adviseren volstaat nu de aanwezigheid van slechts één derde van de leden. Zou een hoger quorum niet zorgvuldiger zijn?

Daarom komt de PVV met een motie om de werkwijze en samenstelling van de POC kritisch te bekijken en te heroverwegen.

Voorzitter, de ondernemer moet meer ruimte krijgen. De ondernemer moet kunnen ondernemen. In plaats daarvan moet hij wachten, en wachten, en wachten ...... op vergunningen, op toestemming om uit te breiden etc. Ondernemers moeten veel sneller weten waar zij aan toe zijn. Wanneer en op welke wijze gaat u experimenteren met regelvrije zones?

Voorzitter, het statenvoorstel. U wilt een aantal projecten uitvoeren om een werkgelegenheidsimpuls te doen. Wat de PVV betreft worden hier een aantal projecten opgevoerd die direct van tafel kunnen. Waarom moet de inrichting van het buitenterrein bijvoorbeeld 2,8m€ kosten? Komen er goudgerande klinkers te liggen?

En waarom opeens woningbouwisolatiemaatregelen terwijl het rijk dat al opgepakt heeft? Daarnaast is het ongelooflijk dubieus dat de provincie hier een voorkeursbeleid wil hanteren wat betreft de mogelijkheid voor slechts een select groepje bedrijven om erop in te mogen schrijven.

De PVV vraagt zich af hoe waarschijnlijk de geraamde bezoekersaantallen en de daarmee samenhangende opbrengsten van het geplande Biesboschmuseum zijn.

Wij willen deze projecten dan ook niet steunen en zien liever dat dit geld toegaat naar restauratie van monumenten. Monumenten zijn immers het collectieve erfgoed van onze provincie. En juist in het jaar 2014 – het jaar van het 200 jarig jubileum van het provinciaal bestuur in Noord-Brabant – zou het gepast zijn om extra aandacht aan dit erfgoed te schenken.

2e termijn begrotingsbehandeling

Voorzitter, een aantal opmerkingen naar aanleiding van de beantwoording door GS.

Voor wat de waterschapslasten betreft gaan wij hier niet direct open, maar het staat GS wel altijd vrij om een oproep te doen richting het Algemeen Bestuur van het Waterschap. In politiek bestuurlijk systeem wat zelfs wordt aangeduid als ‘netwerksamenleving’ moet voor een dergelijke oproep – om de lasten voor onze Brabantse boeren en burgers te beperken ruimte kunnen zijn.

Voorzitter, met de uitleg van de gedeputeerde over de veldpolitie kunnen we leven, al verwachten wel dat er na de gemeenteraadsverkiezingen een terugkoppeling van de resultaten aan PS zal plaatsvinden. De motie kunnen we intrekken.

Voorzitter, met de verklaring van de gedeputeerde dat de Culturele Hoofdstad gelden niet meer in de begroting zitten en terug zijn naar de Essent middelen, kunnen we deze motie intrekken.

Voorzitter, de motie over het beëindigen van de subsidie voor de BMF heeft een onbevredigend antwoord opgeleverd van de gedeputeerde. Daarom dienen we een tweede motie in dat – indien de subsidie niet wordt stopgezet – de generieke korting voor de subsidie aan de BMF gelijk wordt gesteld met de korting op andere organisaties, zoals de PRG, die zich met aspecten van milieubeleid bezig houden, dus met 37,5 % per 2014.

Voorzitter, ook voor wat het windmolenvrij verklaren van onze provincie betreft komen wij met een tweede motie, waarin wij GS oproepen om vanuit het energiefonds niet te investeren in windenergie.

Ten aanzien van windenergie dienen wij ook een motie in om geen medewerking te verlenen aan windenergie als onderdeel van een verdienmodel voor Nationale Parken, nu de gedeputeerde heeft erkend dat er dergelijke plannen bestaan bij Grenspark de Kalmthoutse Heide.

Voorzitter, met de toezeggingen van de Gedeputeerde kunnen wij de motie over het Oorlogsmuseum in Overloon intrekken. Hetzelfde geldt voor de motie over 70 jaar bevrijding, wel worden wij graag tijdig op de hoogte gesteld over de nadere plannen op dit vlak.

Voorzitter, voor wat de opcenten betreft blijven wij erbij dat de rekening eenzijdig bij de automobilist wordt neergelegd om allerlei zaken te bekostigen die in de verste verte niets met het Brabantse wegennet te maken hebben. De autorijdende burger betaalt hiermee voor het in stand houden van clubjes als de BMF, het BKKC en Nexus. Een zeer ongewenste situatie wat ons betreft.

Voorzitter, wat de POC betreft is er wel degelijk een politieke uitspraak gedaan in het advies over kernwapens, ik citeer: "Maar ook wil de commissie opmerken dat zij, gelet op de gewijzigde mondiale situatie, twijfelt aan het nut en de noodzaak van een eventuele opslag."

Dat is wel degelijk een uitspraak met een sterk politiek karakter. Afhankelijk van de reactie van de gedeputeerde hierop zullen wij overwegen de motie aan te houden totdat de evaluatie van de POC beschikbaar is.

Voorzitter, motie zebrapaden: dit past volgens ons juist in “maak van de nul een punt”, 18 doden en 150 gewonden op voetgangersoversteekplaatsen en goede oude en nieuwe verbeteringen mogen wat ons betreft pro-actief gecommuniceerd worden richting de gemeenten in het kader van maakt de nul een punt.

Voorzitter, motie verkeerslichten: indien de gedeputeerde heeft bedoeld dat 4% te onderhouden betekent dat 1 keer in de 25 jaar en 7 % betekent éen keer in de ongeveer 14 jaar, dan kunnen wij de motie intrekken.

 

- Fractievoorzitter Alexander van Hattem