Spreektekst uitvoeringsprogramma biodiversiteit en leefgebieden

Voorzitter, de gedeputeerde vraagt een slordige 4,3 miljoen euro voor 2017 naar voren te halen voor biodiversiteit, om vooral in te zetten op de extra dure projecten. Ook loopt GS vooruit naar 2019 door te suggereren dat als op dat moment extra middelen nodig blijken te zijn, dit opgevangen moet worden binnen de nog beschikbare bestuursakkoordmiddelen van € 43 miljoen. De soorten die vooral lijken te gedijen met dit beleid zijn de geldwolf en het rupsje-nooit-genoeg in dit college. Honderden miljoenen voor natuurbeleid is nog niet genoeg, steeds moet er nog meer geld bij, of moet budget nog sneller worden uitgegeven, waarna tekorten weer moeten worden aangevuld.

Zo spelen in het biodiversiteitsbeleid ook de ecologische verbindingszones (de EVZ’s) een rol, waarvoor de gedeputeerde de subsidiepercentages voor de droge EVZ’s heeft verhoogd van 50 procent naar 75 procent. Hierdoor zullen vroeg of laat de middelen uitgeput raken, waardoor ook hiervoor weer extra budget zal worden gevraagd om de doelstelling van 700 km EVZ te halen, waarschijnlijk uit diezelfde 43 miljoen bestuursakkoordmiddelen. De vraag is of de gedeputeerde met dit besluit PS niet onreglementair heeft gepasseerd. Volgens de Openbare Besluitenlijst van GS van 4 oktober jl. zouden de aandeelhoudersinstructie en het investeringsreglement van het Groen Ontwikkelbedrijf gewijzigd zijn, overigens in de AVA van 10 oktober die toen nog moest komen. Voor de wijziging van de aandeelhoudersinstructie is echter toestemming van PS nodig, wat niet heeft plaatsgevonden. Daarnaast schrijven ook de statuten van het GOB BV een norm van 50 procent voor voor de subsidiehoogte voor de EVZ’s. Hoe kijkt de gedeputeerde tegen deze constateringen aan en hoe kan hij dit verantwoorden tegenover PS? Is de gedeputeerde bereid om uit te sluiten dat hij voor de EVZ’s aanvullende middelen wil aanspreken?

Voorzitter, waar hebben we het überhaupt over bij biodiversiteit? Of het zogenaamd verbeteren hiervan. De natuur is voortdurend aan verandering onderhevig, maar de maakbaarheidsfantasten in dit college denken de stand van de natuur terug te kunnen brengen naar een bepaald moment in de geschiedenis. Wie zulk streven als maatschappijopvatting uitdraagt wordt weggezet als een verderfelijke reactionair, maar voor de natuur mag wél “vroeger was alles beter” als adagium gelden.

En voor zulke feitenvrije politiek mag miljoenen aan natuursubsidie verspild worden. Want laten we naar de realiteit van biodiversiteit kijken, zoals te lezen in het vorig jaar verschenen rapport ‘Sjoemelnatuur’ van Rypke Zeilmaker over hoe het Planbureau voor de Leefomgeving de natuurboekhouding manipuleert. Biodiversiteit op grond van soortenrijkdom en populatiegrootte verandert voortdurend en is nauwelijks stuurbaar. De vele miljoenen die ook deze provincie hieraan uitgeeft zijn dan ook verspilde moeite. Wat ik in mijn eigen omgeving bijvoorbeeld zie zijn weilanden waar voorheen kieviten broedden, die nu zijn omgevormd tot ‘nieuwe’ natte natuur. De kieviten zijn weg, daarvoor moeten weer nieuwe ‘leefgebieden’ worden gezocht, maar ganzen zijn er volop. Ganzen die vervolgens weer worden afgeschoten. Soortenrijkdom is vooral de rijkdom van natuursubsidieslurpers.

De PVV zal dan ook tegen dit voorstel stemmen.