Spreektekst Begroting 2026
Voorzitter,
Het verhaal van GS bij deze begroting is in de kern nietszeggend. De kreet “Brabant open houden voor groei en ontwikkeling” is net zo nietszeggend als een verkiezingsslogan als “het kan wél”. Échte duidelijkheid over hoe Brabant open te houden komt in dit verhaal niet naar voren. Bovendien is van ‘open houden’ sowieso geen sprake, nu de vergunningverlening stijfbevroren stil ligt. De plannen voor de veehouderij voor de ammoniak-emissie die GS onlangs over de schutting kieperde zijn onzeker en onduidelijk. Bovendien is het nog maar de vraag hoe ‘open’ Brabant blijft voor onze boeren, die steeds weer met de rug tegen de muur worden gezet in de stikstofdwingelandij. En dat terwijl we onze boeren keihard nodig hebben voor de voedselzekerheid waar GS zélf op hamert.
Wat opvalt is dat GS alles nadrukkelijk afhankelijk maakt van de beleidskeuzes in Den Haag en de Tweede Kamerverkiezingen. GS wil daar ‘flexibel’ op inspelen. We weten inmiddels dat het met deze verkiezingsuitslag geen snelle en makkelijke formatie gaat worden, dus de vraag aan GS is: wat betekent ‘Brabant open houden’ dan in de praktijk? Nog zeker een halfjaar wachten, waarschijnlijk tot na de gemeenteraadsverkiezingen, tot er misschien duidelijkheid is over een nieuw regeerakkoord? Maar ondertussen onze boeren wél tot wanhoop blijven drijven met een harde stallendeadline? Als GS voor zichzelf zo ‘flexibel’ wil zijn ten opzichte van Rijksbeleid, waarom wil GS dan niet net zo flexibel zijn tegenover onze veehouders?
Of doelt GS met hun slogan vooral op open houden voor de asielinstroom, inzet op XXL-logistiek en de open portemonnee van Brabant waaruit het geld rijkelijk stroomt naar zaken die de burgers niet dienen?
En wat betekent de flexibiliteit van GS voor de kaderstellende rol van PS: geeft GS zichzelf niet veel teveel speelruimte? Wat straks weer over de schutting wordt gegooid met begrotingswijzigingen middels een SM-plusje. Dit effect wordt dan extra vergroot door veel onder uitvoering te schuivenin plaats van de kaderstellende rol van PS te respecteren. Waar GS ook té flexibel in is, is in het oprekken van het takenpakket: incidentele taken zijn zonder goede argumenten tot structurele taken gelabeld.
In dat kader legt GS een hele menukaart aan EU-projecten op de plank, waarbij nog meer linkse hobby’s door de provincie worden binnengeharkt. Wat de PVV betreft past hier juist een scherpere focus op doelmatigheid en de nodige beleidsbescheidenheid. Daarom willen we álle beleidskaders herzien voor vier jaar per begin 2027, het begin van de nieuwe bestuursperiode.
En ongeacht de vraag hoe lang GS de zaken voor zich uitschuift, de problemen worden niet minder. De druk op onze schaarse ruimte wordt steeds groter met een doorlopende massa-immigratie. Zo stelt de begroting over mobiliteit: “Meer mensen, meer woningen en een verdere verstedelijking leiden tot een grotere vraag én verdichting van de mobiliteit.”
In plaats van ‘meer mensen’ als een gegeven te beschouwen, zouden we éérst eens het debat over demografie en migratie moeten voeren ten opzichte van ons provinciale beleid. Zoals we ook in lijn met het ZRK-rapport over woonbeleid hebben geconcludeerd. En wat de PVV betreft zorgen we er voor dat er niet nog meer ruimte wordt geboden voor ontwikkelingen met méér arbeidsmigranten, geven we geen millimeter ruimte meer voor AZC’s en stoppen we met het weggeven van onze woningen voor statushouders. De huisvestingstaakstelling voor statushouders door gemeenten moet een zo laag mogelijke handhavingsprioriteit zijn voor de provincie.
In plaats daarvan faciliteert GS de massa-immigratie met meer verstedelijking, in al dan niet metaforische 'nieuwe steden'. En bouwen voor onze eigen bevolking is prima, maar bouwen voor het opvangen van het effect van een buitenlands migratiesaldo is onhoudbaar. En waar GS vaststelt dat er hierdoor sprake zal zijn van een ‘verdichting van de mobiliteit’ – oftewel nóg meer filedruk, steekt GS geen poot uit om extra wegeninfrastructuur aan te leggen. Wél de opcenten motorrijtuigenbelasting opstrijken en verhogen, maar daarvoor de noodzakelijke wegen aanleggen, ho maar.
Wat de PVV betreft investeren we als provincie volop in onze wegen, als essentiële provinciale kerntaak. Zoals de hoogstnoodzakelijke Ruit om Eindhoven, die we ook graag in de Nota Ruimte van het Rijk terug willen zien. En het verder verbeteren van de N69 blijft ook nodig, zeker nu de plannen in Vlaanderen voor de Noord-Zuid bij Houthalen-Helchteren doorgang vinden en het er nog drukker zal worden. Naast verbreding zijn ook de oversteekmogelijkheden voor aanwonenden bij de Bergeijkse Barrier hoogstnoodzakelijk.
De PVV wil dat ons verkeer goed kan doorstromen, daarom vragen we om te kijken naar een inhaalverbod voor vrachtwagens. En dat ons rivierengebied bereikbaar blijft, dus moet daar het behoud van onze veerponten op één staan in plaats van verduurzaming. We zien dit graag als provinciale verantwoordelijkheid in plaats van de gemeenten en het rijk.
Verder is de aandacht voor sociale veiligheid middels goed verlichte fietspaden, waar een aantal fracties vandaag voor pleit, op zichzelf terecht. Maar als PVV vinden we het veel belangrijker om te voorkomen dat onze fietspaden – met name voor jonge vrouwen - onveilig worden, bijvoorbeeld door de vestiging van een AZC bij zo’n fietspad. Bijvoorbeeld in Uden, waar ze het AZC bij de fietsroute naar sportvelden willen vestigen. Daarom de vraag aan GS om op alle mogelijke manieren zich te verzetten tegen AZC’s en in het bijzonder bij zulke fietsroutes.
Met een “duurzaam veranderend Brabant” bedoelt GS niet de vervreemding door massa-immigratie, maar de CO2-uitstoot met 55% terugbrengen in 2030 ten opzichte van 1990 en in 2050 klimaatneutraal zijn. Dit uitstootdoel wordt heilig verklaard, terwijl de ZRK duidelijk maakt dat dit doel niet wordt gehaald. Daartoe blijft GS krampachtig vasthouden aan de contraproductieve RES-plannen voor wind en zon en benadrukt daarbij de provinciale regierol. Dat, terwijl de RES-sen die door de volksvertegenwoordiging hadden moeten worden vastgesteld, in Brabant als enige provincie niet ter besluitvorming aan PS zijn voorgelegd. GS regeert liever zelf. Gaat GS nu nog meer dwang uitoefenen richting gemeenten?
Met nog meer decentrale opwekking middels wiebelstroom van wind en zon zal het stroomnet nóg meer onder druk komen te staan. Het verergert de netcongestie, waarbij GS zélf zegt dat netcongestie de energietransitie bemoeilijkt. Diezelfde energietransitie blaast gewoon het elektriciteitsnet op, een ‘snelle uitbreiding van het energienet’ die GS wil is dus het paard achter de wagen spannen. Dus waarom niet direct volop inzetten op écht efficiënte energieopwekking: moderne kernenergie zoals SMR-reactoren, in plaats van te blijven trekken aan een dood RES-paard?
De stekker gaat wat de PVV betreft ook uit de subsidies voor cultuurclubjes die vergiftigd zijn door antisemitisme en het stoppen van samenwerking met Israël eisen. Geen cent meer voor deze Israël-hatende wegbereiders van Hamas.
Er valt genoeg te snijden in totale onzin waar deze provincie mee bezig is om een maakbare deugsamenleving te bewerkstelligen. Stop bijvoorbeeld met het kunstmatig natuurlabeltjes uit te delen zoals ‘natte natuurparels’. En waar de provincie wel aan de lat staat, bijvoorbeeld bij bestrijding van Aziatische hoornaars, laat GS het volledig afweten en kiepert de verantwoordelijkheid bij gemeenten over de schutting. Daarom komen we met een motie om dat zorgvuldiger over te dragen.
Voorzitter, tot slot. We kunnen het niet vaak genoeg zeggen: focus op de kerntaken én doe dat goed. Zorg bijvoorbeeld dat de bussen stipt op tijd rijden en dorpen bereikbaar zijn, in plaats van nog meer pilotprojecten, deugplannen en consultants in stelling te brengen waar onze Brabanders niets mee op schieten.
Tot zover in eerste termijn.
