Spreektekst vrijetijdeconomie 22-2-2013

Voorzitter dank,

We spreken vandaag over kaderstelling en uitvoering van vrijetijdeconomie. Over dat onderwerp praten we al ruim een jaar.

Er ligt een bewonderenswaardig dik document, en dat schept heel hoge verwachtingen. Voor de inzet en het werk daarachter een compliment.

Onze fractie vindt het echter nog geen goed kaderstellend stuk en helaas ontbreekt een heldere strategie en uitvoering: Definitie, probleemstellingen, analyse, en vervolg lopen door elkaar heen. De notitie is een gefragmenteerde aaneenschakeling van feiten, constateringen, aandachtspunten en tegenstellingen, en valt telkens in herhaling.

Voorzitter, we lezen dat deze provincie gaat inzetten op het realiseren van doelstellingen, organisaties en overleggroepen gaat oprichten, en gaat inzetten op kwaliteitsverbetering. Hoe vaag is dat? Het hinkt op veel te veel gedachten en het bevat onrealistische doelstellingen. Daarover zometeen meer.

Is er ook nog iets goed? Jazeker voorzitter!

Ten eerste de erkenning van het belang van vrijetijdeconomie voor de mooiste provincie van Nederland: prima! Weliswaar is de argumentatie die het College daarvoor kiest niet de onze, maar de conclusie over het belang van vrijetijdeconomie voor de economie en werkgelegenheid in Brabant -vooral voor lageropgeleiden- kunnen wij volledig ondersteunen.

Ten tweede het feit dat er nadrukkelijk geen subsidiebeleid komt: mooi!

En ten derde de erkenning en de ambitie dat Brabant de allerbeste zou moeten zijn als het gaat om gastvrijheid: uitstekend!

Voorzitter, terug naar de onderbouwing en de onrealistische doelstellingen.

Dit College denkt met een investeringsbedrag van ong. € 6 miljoen de bestedingen in vrijetijd in Brabant te laten groeien met 10% van 5,3 miljard

naar € 6 miljard. 700 miljoen euro meer dus en zij denkt dat daardoor 30.000 extra banen worden gerealiseerd.

Onze fractie heeft eerder in de commissievergadering uiteengezet waarom dat geen realistisch perspectief is: er is namelijk geen ondernemer te vinden die bij extra omzet van 23.000 euro een extra baan kan en wil realiseren. De Memorie van Antwoord stuurt ons nog verder het bos in. Nu levert de 700 miljoen extra bestedingen opeens nog maar 12.000 in plaats van 15.000 extra banen op. En opeens uit de hoge hoed, is er naast de bestedingengroei ook sprake van honderden miljoenen aan nieuwe investeringsplannen.

Die 700 miljoen euro bestedingengroei kwam tot stand op basis van een ramingsmodel gebaseerd op investeringsplannen. Maar desalniettemin heeft de provincie daarnaast zelf ook de investeringsplannen geïnventariseerd. Dat is dubbelop. Als klap op de vuurpijl ontbreekt elke onderbouwing voor de 15.000 indirecte banen.

Kennelijk zijn realistische doelen voor het College minder belangrijk dan fraaie voorspiegelingen en glorieuze plannen. Dat komt wel vaker voor in bestuurdersland: pas achteraf kun je zien of de doelstellingen zijn bereikt. De betreffende verantwoordelijke bestuurder is dan ofwel allang weg, ofwel verantwoordt het met vage kreten als 'met de kennis van nu moeten we helaas constateren dat 'of 'de resultaten zijn helaas niet in overeenstemming met onze verwachtingen' of 'we hebben onze ambitie moeten temperen'.

Maar laten we ons vandaag niet met welles en nietes bezighouden, maar constructief meedenken, in de hoop dat het College onze suggesties meeneemt.

Laten we eens wat cijfers ter illustratie erbij pakken. De Efteling had in 2011 een omzet van € 144 miljoen euro en was goed voor 1.250 FTE werkgelegenheid. Even voor de duidelijkheid, de Efteling kent dus een gemiddelde omzet per fte van ruim 115.000 euro.

Het College schetst een bestedingengroei in Brabant van bijna 5-maal de omzet van de Efteling. Vijfmaal de Efteling is dus 6.250 fte, ruim bemeten is dat ongeveer 8.000 banen.

Bij lange na niet de geschetste 15.000 directe plus 15.000 indirecte banen.

Maar goed, veronderstel eens dat de droom kan uitkomen: met 5 grote centra van het allure van de Efteling het je de omzetgroei voor elkaar en daarnaast ook nog flink wat werkgelegenheid gerealiseerd.

De vraag is kunnen we dat wel realiseren? Nee, natuurlijk niet! Als je dit soort grote totaaluitkomsten wilt realiseren met de vage contouren die er nu liggen, zonder uitgewerkte concrete plannen, met nog niet opgerichte overleggroepen die dat moeten bedenken, nog niet eens een nulmeting is uitgevoerd terwijl we al ruim een jaar onderweg zijn, bureaucratische barrieres de ondernemers krankjorem maken en de termijnen voor vergunningen-afhandeling zijn om wanhopig van te worden dan weet onze fractie nu al dat het College over enkele jaren excuses moet gaan maken over een veel te rooskleurige inschatting van zaken.

En dat is jammer want Brabant verdient beter en kan ook beter!

Voorzitter, onze fractie krijgt nachtmerries van Brabant Culturele Hoofdstad. Minstens100 miljoen belastinggeld en de verwachte economische rendementen zijn onduidelijk en zeer slecht onderbouwd. Het eenjarige cultuurfeestje voor Bobo’s zal nooit de gewenste spin-off geven die telkens wordt gesuggereerd. Deze 100 miljoen kun je veel beter revolverend voor een solide en florerende vrijetijdseconomie investeren. De BOM zou dit bedrag revolverend kunnen inzetten om bedrijven en bedrijvigheid te stimuleren in ons mooie Brabant.

De overheid moet er vervolgens zijn voor de broodnodige facilitering, en zorgen voor snelle en effectieve verlening van vergunningen (en niet zoals bijvoorbeeld bij de Beekse Bergen via een traject van tientallen jaren).

Bestaande festivals en evenementen, open dagen, het onderwijs , musea, de horeca, de sport, en de steden en dorpen met hun rijke toeristisch en cultureel aanbod kunnen allemaal ingezet worden om van Brabant de meest gastvrije provincie te maken en de gezellige Bourgondische waarden nog een stevige impuls te geven.

Gastvrijheid en een florerende vrijetijdeconomie gaan hand in hand. Immers: Naar een gastvrije provincie komen mensen nog eens terug!

Maar het allerbelangrijkste zijn de ondernemers. Zij zijn het die de visie hebben om het allemaal te realiseren, zij zijn het die zorgen dat Brabant een top vrijetijdeconomie krijgt. Met inzet van achtergestelde leningen of revolverende gelden van de BOM en een daadkrachtig optredende provincie zal een ondernemer snel en doeltreffend kunnen handelen. De inzet moet zijn op zowel grote als kleine initiatieven.

Inzetten op enkele grootschalige projecten kan de gehele Brabantse economie een zet geven. Via infrastructuur, bouwen en innovatief ondernemen. Je kunt al enorm veel realiseren als je 1 of 2 leisure-regio’s met een bedrijfsomvang als de Efteling creëert.

In Noord-Frankrijk worden bijvoorbeeld op gebieden buiten het centrum grote vrijetijdcentra opgericht waar overdag grote groepen mensen woonboulevards en tuincentra bezoeken en andere grote activiteiten die niet in de binnenstad kunnen plaatsvinden. Je vindt daar diverse restaurants, bioscopen, sport- en amusementcentra, allerlei indoorcentra en vele gerelateerde leisure bedrijvigheid. Het bruist er 24 uur per dag. Maar ook korter bij huis zijn er voorbeelden, die helaas niet uitgewerkt zijn. De Bavelse berg bijvoorbeeld, die stond in de belangstelling van diverse ondernemers om een groot vrijetijdpark te realiseren met Golf, skibaan, bowling, muziektheaters, restaurants en ga zo maar door. Zorg maar dat de eerste bobsleebaan hier gebouwd wordt, zet er een Casino bij, zorg voor eetgelegenheden en hotels en maak er een Vegas in het klein van. De gasten komen van heinde en ver, blijven meerdere dagen en maken ook uitstapjes richting andere activiteiten in Brabant.

Maar zo zullen er nog veel meer voorbeelden van grote formules te bedenken zijn waar markt voor is.

Maar er is nog meer te doen en dat raakt ook het kleinschaligere aanbod. Denk aan betere faciliteiten rondom natuur en dagrecreatie. Ga je bijvoorbeeld recreatief fietsen in Brabant, dan valt op dat veel fietspaden te smal zijn. Werk aan de winkel dus bij onderhoud van fietspaden, want anders komen de mensen niet meer terug. Ook is meer informatievoorziening ter plaatse vaak gewenst. Je kunt dat slim aanpakken: informeer bij wandel- of fietsroutes ter plekke ook eens wat meer over aanbod van eetgelegenheden, open dagen en andere recreatieve voorzieningen in de nabijheid. Maak desnoods een recreatiegids van Brabant, een soort van lonely planet. Bijvoorbeeld als app voor buitenlandse

en binnenlandse bezoekers. Dit zijn slechts wat voorbeelden, maar de boodschap is: er moet meer werk worden gestoken in goede voorzieningen en vooral het onder de aandacht brengen van het goede en brede aanbod dat er is. We hebben het ook over quick wins waarover je geen jaar meer hoeft te vergaderen.

De PVV is ervan overtuigd dat er prima mogelijkheden zijn om flinke doelstellingen te halen.

De PVV ziet het liefst dat het geld dat nu is gereserveerd voor Brabant Culturele Hoofdstad onmiddellijk revolverend wordt ingezet voor echt goede initiatieven voor vrijetijd. Graag een reflectie van het college. Wij zien liever dat gewerkt wordt aan concrete oplossingen die perspectief bieden in plaats van nog eens een jaar praten.

Brabant verdient dat!