Statenvragen GS heeft buiten de bevoegdheid ingestemd met Interbestuurlijk Programma

Geacht College,

Op de agenda van de Eerste Kamer Commissie voor BiZa/AZ stond op 6 maart  het onderwerp 'Modernisering van de overheid', de bespreking van de Programmastart Interbestuurlijk Programma (IBP)[1]. In de Tweede Kamer Commissie voor Binnenlandse Zaken[2] stond dit stuk op 8 maart jl. eveneens geagendeerd, waar besloten is hierover een algemeen overleg te houden[3]. De programmastart wordt ook op de website van de rijksoverheid aangekondigd[4].

De fractie van de PVV Noord-Brabant heeft de volgende vragen:

1. Op de agenda van de Eerste Kamer Commissie voor BiZa/AZ stond op 6 maart  het onderwerp 'Modernisering van de overheid', de bespreking van de Programmastart Interbestuurlijk Programma (IBP).[1] In de Tweede Kamer Commissie voor Binnenlandse Zaken[2] stond dit stuk op 8 maart jl. eveneens geagendeerd, waar besloten is hierover een algemeen overleg te houden[3].Is het college bekend met dit recent in de Eerste en Tweede Kamer geagendeerde en op de website van de rijksoverheid[4] aangekondigde Interbestuurlijk Programma?

2. Het Interbestuurlijk Programma (IBP) is een zware politieke agenda met voor 4 bestuurslagen verstrekkende kaderstellende consequenties. Deze programmastart is ondertekend in het Overhedenoverleg van 14 februari 2018. Graag ontvangt de PVV alle documenten van dat overhedenoverleg van 14 februari 2018, evenals de documenten van de 3 daaraan voorafgaande overhedenoverleggen.

3. Is het college net als de PVV van mening dat het IBP een verregaand kaderstellend karakter heeft? Zo nee, waarom niet?

4.

a. Is het college net als de PVV van mening dat een document met de verstrekkende kaderstellende inhoud als het IBP een document is dat zonder enige twijfel niet alleen aan de beide Kamers der Staten-Generaal, maar ook aan betrokken  decentrale volksvertegenwoordigingen  dient te worden voorgelegd? Zo nee, waarom niet?

b. Wanneer heeft GS gepland het betreffende document aan PS te sturen? Indien dat niet in de planning zit, kan het college uitleggen waarom niet?

c. Waarom heeft GS nagelaten om PS om input en een mening te vragen over deelname aan het Interbestuurlijk Programma?

5. Is het college net als de PVV van mening dat het IBP een zeer zware politieke lading heeft? Zo nee, waarom niet?

6.

a. Heeft GS een mening geformuleerd over dit in het overhedenoverleg besproken document? Zo ja, welke inhoudelijke input heeft GS meegegeven aan het IPO?

b. Heeft het college bij PS getoetst of deze input gesteund wordt door de volksvertegenwoordiging? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan GS aantonen op welke wijze vanuit PS steun zou zijn gegeven?

7.

a. Kan GS aangeven hoe zich een verregaande gezamenlijke politieke agenda van 4 bestuurslagen verhoudt tot de bestuursautonomie van de betreffende bestuurslagen?

b. Meer specifiek, kan GS aangeven hoe zich déze verregaande politieke gezamenlijke agenda verhoudt tot de bestuursautonomie van de Provincie Noord-Brabant en met name het hoogste gezag daarbinnen, Provinciale Staten van Noord-Brabant?

8. Is GS net als de PVV van mening dat de politiek beladen onderwerpen uit de agenda, zoals 'samen aan de slag voor het klimaat', 'Nederland en migrant goed voorbereid', en 'naar een vitaal platteland', om er eens een paar te noemen, nooit als een agenda moeten worden gepresenteerd, maar altijd onderwerp dienen te blijven van het politieke debat? Zo nee, waarom niet?

9. Een verregaande gezamenlijke politieke agenda van 4 bestuurslagen doorkruist de kaderstellende rol en positie van de volksvertegenwoordiging. Kan GS daarop reflecteren?

10. Vervangt deze IBP de Agenda van Brabant, het door PS in Brabant vastgestelde opgavenprogramma van onze mooie provincie?

11. Volgens het IBP zijn de uitgangspunten voor de samenwerking 'wederzijdse afhankelijkheid, ruimte per opgave en partnerschap'.

a. Kan GS aangeven sinds wanneer samen aan een opgave werken synoniem staat voor het creëren van wederzijdse afhankelijkheid?

b. Is het college net als de PVV van mening dat hier geen sprake is van daadwerkelijke afhankelijkheid maar een gelegenheidsargument gezocht wordt om een verregaande politieke agenda door te drukken waarbij de volksvertegenwoordiging simpelweg buitenspel wordt gezet? Zo nee, hoe kijkt het college dan wél tegen deze zogenaamde afhankelijkheid aan? 

12. Een van de benoemde opgaves is 'Nederland en migrant voorbereid'. Volgens het document 'Programmastart IBP' is deze opgave er een waarbij 'alle overheden een cruciale rol hebben' en 'alle overheden zullen zich ook financieel inzetten voor de opgaven waarbij ze betrokken zijn'.

a. Op welke wijze is de Provincie betrokken bij deze opgave? Graag een uitputtende beschrijving. b. Volgens eerdere antwoorden op statenvragen van de PVV is van provinciale financiële bijdragen aan de asielinstroom en integratie geen sprake. Is dat uitgangspunt voor GS nog steeds van toepassing? Indien dat het geval is, hoe kijkt GS aan tegen de zinsnede dat alle overheden zich financieel zullen inzetten voor de opgaven waarbij ze betrokken zijn, waarvan de 'Nederland en migrant voorbereid'-opgave aldus de documentatie er nadrukkelijk een is?

13. Volgens het document 'Programmastart IBP' 'Stellen het Rijk en de decentrale overheden ook andere middelen beschikbaar', en 'Ook gemeenten, provincies, en waterschappen stellen middelen beschikbaar. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de investeringsagenda van de decentrale overheden en zal blijken uit de (nieuwe) college- en raadsprogramma's'.

a. Waar verwijst het document naartoe als het gaat over 'de investeringsagenda van de decentrale overheden'?

b. De gemeenteraadsverkiezingen vinden volgende week op 21 maart plaats en de provinciale statenverkiezingen in maart 2019. Kan GS uitleggen waarom in het document al wordt gesproken over 'toekomstige college- en raadsprogramma's'?

c. Is GS net als de PVV van mening dat kennelijk in de opinie van de auteur de kiezer er niet toe doet? Zo nee, hoe kijkt GS dan wél aan tegen deze grove belediging van de kiezer door de inhoud van toekomstige raads- en collegeprogramma's alvast als een voldongen feit te presenteren?

14.

a. Is het college gezien al het voorgaande net als de PVV van mening dat GS geen enkele bevoegdheid heeft om in te stemmen met een Interbestuurlijk Programma, zeker gezien de kaderstellende bevoegdheden van Provinciale Staten?

b. Is het college in dat kader bereid om bij het IPO te melden dat vanuit de Provincie Noord-Brabant niet aan het Programma zal worden deelgenomen zolang de volksvertegenwoordiging niet expliciet een akkoord heeft gegeven voor deelname aan het IBP? Zo nee, waarom niet?

Namens de PVV Noord-Brabant,

P. van der Kammen


[1] https://www.eerstekamer.nl/commissievergadering/20180306_6
[2] https://www.tweedekamer.nl/kamerleden_en_commissies/commissies/biza 
[3] https://www.tweedekamer.nl/downloads/document?id=0cfd97cd-94f0-4cf5-b416-edbeec8de2a3&title=Besluitenlijst%20procedurevergadering%20commissie%20Binnenlandse%20Zaken%20d.d.%208%20maart%202018%20.pdf 
[4] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2018/02/14/programmastart-interbestuurlijk-programma-ibp

 

Beantwoording: pdfIBP_beantwoording_dd_3-4-2018.pdf