PVV: Koeien horen in de wei

De PVV ziet met lede ogen aan hoe koeien steeds vaker het gehele jaar op stal staan. Koeien horen in de wei. Dit is vanuit het oogpunt van dierenwelzijn, cultuurhistorie en recreatie van groot belang.
Hoewel er erg veel over de megastallen te doen is, is het rond rundveehouderijen waarbij de dieren het gehele jaar op stal staan ijzig stil. Omdat er geen relatie meer is tussen het areaal land en het aantal dieren zijn deze bedrijven echter aan te merken als intensieve veehouderij. De PVV vindt het onacceptabel dat dergelijke bedrijven ongelimiteerd kunnen uitbreiden. De provincie moet dan ook veel strenger toetsen of deze rundveehouderijen intensief zijn of niet.
De PVV stelt voor om bedrijven, waarbij de runderen het gehele jaar op stal staan, onder de integrale zonering te brengen zodat er sprake is van een gelimiteerd bouwblok. Op deze wijze wil de PVV stimuleren om de koeien uit de stal te halen.
 


Statenvragen Martijn Kap, Statenlid PVV Noord-Brabant:

De afgelopen jaren zien wij steeds minder runderen in de wei. De PVV betreurt deze tendens en vindt het vanuit het oogpunt van dierenwelzijn, cultuurhistorie en toerisme/recreatie belangrijk dat de dieren in de wei staan. Indien runderen permanent op stal staan is er volgens de PVV sprake van een intensieve veehouderij. Er is immers geen relatie meer tussen het areaal land en het aantal dieren dat gehouden wordt. Het onderscheid is ook van belang met het oog op de verordening Ruimte doordat er voor grondgebonden bedrijven enerzijds en intensieve veehouderij anderzijds verschillende systematieken zijn. Vanuit het bureau toezicht van de provincie bereiken de PVV echter signalen dat bij gemeentelijke bestemmingsplannen niet adequaat getoetst wordt of een rundveehouderij een grondgebonden bedrijf is of een intensieve veehouderij.

 

De PVV wenst dan ook antwoord op de volgende vragen:

  1. Is GS met ons van mening dat de verordening Ruimte een duidelijk onderscheid maakt tussen enerzijds intensieve veehouderij en anderzijds grondgebonden bedrijven? Zo nee, waarom niet en hoe zou dit onderscheid er volgens u dan uit moeten zien?

  2. Is GS met ons van oordeel, dat koeien in de wei, vanuit het oogpunt van dierenwelzijn, cultuurhistorie en toerisme/recreatie gewenst is? Zo nee, waarom niet?

  3. Vindt GS het volstrekt onaanvaardbaar, zeker na de megastallendiscussie, dat bij het toetsen van bestemmingsplannen geen sluitend onderzoek wordt gedaan of een bedrijf met runderen als grondgebonden bedrijf of als intensieve veehouderij moet worden aangemerkt? Zo nee kunt u uitleggen hoe de toetsing feitelijk in zijn werk gaat en motiveren waarom dit onderzoek wel sluitend is?

  4. Is GS van mening dat onder het mom van 'grondgebonden bedrijf'' intensieve bedrijven met runderen nu in bijvoorbeeld verwevingsgebieden een bouwvlak van 5 hectare kunnen krijgen? Zo nee waarom niet? Zo ja hoe verhoudt zich dit tot de reconstructieplannen en beginselen als het zuinig ruimtegebruik en behoud van de openheid van het landschap?

  5. Kunt u de PVV fractie de garantie geven dat vanaf heden bedrijven, waarbij runderen het gehele jaar op stal worden gehouden, als intensieve veehouderij worden aangemerkt en waarbij de integrale zonering, inclusief de maximale bouwblokken, onverkort wordt toegepast? Zo nee waarom niet?


 

Antwoorden van GS:

 20110524_antwoorden_statenvragen_koeien.pdf