Statenvragen subsidie hockeycomplex Tilburg: "Ons kent ons, laat de subsidie maar komen"

In het Brabants Dagblad van 10 februari 2012 spreekt HC Tilburg-voorzitter (en PvdA interim burgemeester Bernheze) Jan Boelhouwer over toegezegde subsidie van de provincie Noord-Brabant voor een tophockeycomplex in Tilburg.

Mariëtte Frijters-Klijnen, plaatsvervangend fractievoorzitter PVV Provinciale Staten, meent dat dit artikel niet duidelijker had kunnen illustreren wat voor vieze spelletjes er gespeeld worden om subsidie binnen te halen. "De heer Boelhouwer geeft zelf aan dat zijn verkiezing als voorzitter van de hockeyclub mede gelegen is in het feit dat hij als politicus warme contacten heeft en onderhoudt in het Provinciehuis, met name met gedeputeerde Van Haaften. Dit zou een voordeel zijn om miljoenen subsidie binnen te kunnen harken."

De heer Boelhouwer gaat er in dit artikel van uit dat de subsidie zowat al in de knip is, terwijl er nog geen enkele beslissing is genomen.

De PVV in Noord-Brabant is van mening dat dit soort ons-kent-ons mentaliteit zo snel mogelijk de kop moet worden ingedrukt. Een dergelijke opstelling en uitspraken zoals van de heer Boelhouwer zouden zelfs een reden kunnen zijn om geheel geen subsidie aan een vereniging te willen verstrekken, omdat er bij eventuele toekenning toch altijd een zweem van vriendjespolitiek aan blijft kleven.

Het artikel gaf aanleiding om hierover de volgende Statenvragen te stellen:

Betreft: Uitspraken HC Tilburg-voorzitter Jan Boelhouwer over mogelijke subsidie

Geacht college,

In het Brabants Dagblad van 10 februari 2012 spreekt HC Tilburg-voorzitter Jan Boelhouwer over toegezegde subsidie van de provincie Noord-Brabant voor een tophockeycomplex in Tilburg. Dit roept bij ons de volgende vragen op.

1. Bent u op de hoogte van het artikel in het Brabants Dagblad?[1]

In het betreffende artikel stelt de heer Boelhouwer dat hij er goede hoop op heeft dat de gevraagde bijdrage voor HC Tilburg er daadwerkelijk komt. "De provincie heeft toch wel heel duidelijke toezeggingen gedaan om een bijdrage te leveren." Hij doelt op Brigite van Haaften, (CDA-)gedeputeerde en verantwoordelijk portefeuillehouder.

2. Onderschrijft het college deze uitspraak? Zo ja, welke toezeggingen zijn er dan gedaan? Zo nee, kunt u aangeven op welke gronden de heer Boelhouwer tot deze uitspraak zou kunnen zijn gekomen?

Verder stelt de heer Boelhouwer: "Er zijn natuurlijk zó veel verwachtingen gewekt en er is zo veel nietes-welles gespeeld."

3. Heeft gedeputeerde Van Haaften of een ander lid van uw college in 2011 of 2012 contact gehad met de heer Boelhouwer of andere bestuurders over mogelijke subsidie aan een tophockeycomplex in Tilburg? Zo ja, wanneer precies en zijn er verwachtingen gewekt?

4. Welke verwachtingen zouden volgens het college nu gewekt kunnen zijn bij de heer Boelhouwer? Wat wordt volgens het college bedoeld met nietes-welles waar de heer Boelhouwer aan refereert?

Ook stelt de heer Boelhouwer in dit artikel: "Ik ken Brigite van Haaften goed en die staat wel ergens voor. Ik ben er dus heel positief over dat zij dat ook gewoon voor elkaar krijgt, dat het voor de zomer op en top geregeld is."

5. Hoe zou u de uitlating van de heer Boelhouwer willen kwalificeren, dat vanwege de ons-kent-ons verhouding met de gedeputeerde bij hem positieve verwachtingen omtrent de uitkomst (een provinciale subsidie) leven?

Al eerder stelde gedeputeerde Van Haaften dat er geen verwachtingen waren gewekt ten aanzien van subsidie.[2]

6. Indien het college geen enkele toezegging heeft gedaan of verwachting heeft gewekt om een bijdrage te leveren, gaat u de heer Boelhouwer dan aanspreken op zijn verdachtmakingen richting het college? Zo nee, waarom niet?

Hoogachtend,

Namens de PVV Statenfractie,

Mariëtte Frijters-Klijnen

[1] http://bd.nl/sport/hockey-tilburg/ook-voor-twee-miljoen-een-fantastisch-hockeycomplex-1.142866

[2] http://bd.nl/nieuws/tilburg-stad/tilburgse-hockey-kan-blijven-hopen-op-miljoenen-1.129851 en Statenvergadering.