Vervolg-vragen salarisaanpassing Sanders

Geacht college,

 

Op 4 februari jl. ontvingen wij antwoord op onze schriftelijke Statenvragen omtrent de gecommuniceerde beloningsaanpassing van Culturele Hoofdstad directeur Martijn Sanders.

 

De vragen hadden betrekking op de opmerkelijke berichtgeving op de website van 2018Eindhoven|Brabant[1] over de overname van het contract met Martijn Sanders (artistiek directeur van 2018ECH) met oorspronkelijke looptijd tot 31 december 2013, door de nieuw opgerichte stichting 2018Eindhoven|Brabant en de aangepaste vergoeding per uur voor verleende diensten die nu overeen zou komen met die van een senior projectmanager bij de provincie of gemeente.

 

De beantwoording roept zeer nadrukkelijk aanvullende en verduidelijkende vragen op:

 

Het College meldt op de hoogte te zijn van de vergoedingsaanpassing van Martijn Sanders zoals gecommuniceerd op de website van 2018ECH1.

Op die website wordt nadrukkelijk gemeld dat de vergoeding van Sanders nu op het niveau zou zijn gebracht van dat van een senior projectmanager bij een gemeente of provincie. Informatie vanuit de rijksoverheid[2] leert dat een senior projectmanager bij een provincie of gemeente is ingedeeld in salarisschaal 13 of 14, zijnde maximaal €5.847 per maand.

 

1. Kan het College aangeven in welk bereik van salarisschalen projectmanagers bij de Provincie Noord-Brabant zijn ingeschaald? Graag zien wij een overzicht van functietitel, totaal aantal fte-en en inschaling plus bruto schaalloon inclusief ingehuurde krachten bij de Provincie Noord-Brabant van projectleiders, projectmanagers, programmaleiders en programmamanagers (en eventuele soortgelijke functies).

 

2. Zijn er senior projectmanagers bij de Provincie die omgerekend het beloningsniveau zoals dat van Sanders genieten, namelijk €150 per uur? Zo nee, kan het College toelichten waarom zij de Stichting 2018ECH niet ogenblikkelijk opgedragen heeft de uitermate misleidende tekst van haar website te verwijderen?

 

We vroegen om een antwoord op de tamelijk eenvoudige vraag of het nieuwe salaris van de heer Sanders omgerekend naar een voltijds aantal uren voldoet aan de Brabantnorm (144.000 euro voor een voltijdse werkweek). U weigerde de belastingbetaler en de volksvertegenwoordiging een antwoord door te stellen dat de beloning van de heer Sanders geen salaris betrof. Op de website wordt evenwel nadrukkelijk een vergelijking gemaakt met het inkomen van een senior projectmanager bij een gemeente of provincie. Ook wil de PVV u onder de aandacht brengen dat de Brabantnorm niet uitgaat van salaris, maar van bezoldiging: een vergoeding voor geleverde diensten.

 

3. De strekking van de vraag kan u in onze beleving evenwel nauwelijks zijn ontgaan, en daarom vragen wij nogmaals of het nieuwe vergoedingsniveau van de heer Sanders omgerekend naar de jaarlijkse brutobeloning bij een voltijdse werkweek boven of onder de Brabantnorm ligt?

 

4. Ervan uitgaande dat een vergoedingsniveau van €150 per uur een bruto fulltime jaarvergoeding impliceert van ongeveer €300.000, mag dan worden geconcludeerd dat het vergoedingsniveau van de heer Sanders boven de Brabantnorm ligt? Kan het College aangeven waarom zij, wetende dat het contract door de nieuwe stichting werd overgenomen en dus opengebroken, niet alles uit de kast heeft gehaald om de toepassing van de Brabantnorm daadwerkelijk te realiseren?

 

5. Kan het College aan de belastingbetaler uitleggen waarom zij in Statenvergaderingen groots meldt de signalen over de Brabantnorm en absurde beloningen van bestuurders te snappen, maar zij vervolgens niet thuis geeft als de daad bij het woord kan worden gevoegd? Zo nee, waarom niet?

 

In uw beantwoording geeft u aan dat het maximaal te declareren bedrag ongewijzigd blijft.

 

6. Vindt het College net als de PVV de combinatie tussen dit feit en de wijze van communicatie van de Stichting (met medeweten van de Provincie) richting de belastingbetaler -namelijk een zogenaamde daling van het tarief tot dat van een senior projectmanager, later gecorrigeerd naar 20% daling- niet uitermate ongepast, zelfs een regelrechte vorm van misleiding en de belastingbetaler op het verkeerde been zetten? Zo nee, hoe zou het College dit dan willen betitelen?

 

Het College antwoordt op vraag 4b dat zij in de vergadering van 22 juni 2012 zou hebben aangegeven dat de Brabantstad partners geen aanleiding zagen een beroep te doen op de ontbindingsclausule. Opmerkelijk genoeg is het woord ontbindingsclausule in de Statenvergadering van 22 juni 2012 niet gevallen. Daarnaast wordt gerefereerd aan gelegenheid tot inzage die PS zouden hebben gehad in de opdrachtovereenkomst. Deze inzage was pas na 29 juni 2012 mogelijk.

 

7. Kan het College aangeven waarom zij in de beantwoording van vraag 4b niet de waarheid weergeeft over wat zij in de Statenvergadering van 22 juni gezegd zou hebben, namelijk over de ontbindingsclausule? Zo nee, waarom niet?

 

8. Kan het College ook aangeven waarom nu achteraf de suggestie wordt gewekt alsof PS reeds ter vergadering van 22 juni 2012 volledig op de hoogte konden zijn van het bestaan van een ontbindingsclausule? Zo nee, waarom niet?

 

Volgens de nieuwe opdrachtbrief van 13-11-2012 (kenmerk 12012032HH) mag de heer Sanders voortaan 20 uur per week à €150 per uur declareren. Voorheen werkte Sanders 16 uur voor dit project.

 

9. Kan het College een nauwkeurige taakformulering en gekoppelde urenverantwoording overleggen van de ureninhuur van Sanders? Zo nee, waarom niet? Welke extra werkzaamheden voor het project ECH2018 zijn er die inhuur van een kwart meer uren voor Sanders rechtvaardigen? Graag zien wij de gerealiseerde urenverantwoording tot en met februari 2013 tegemoet.

 

De opdrachtbrief 12012032HH is gericht aan Bergh Stoop en Sanders Advocaten, ter attentie van dhr. Martijn Sanders. In eerdere Statenvragen informeerden wij naar uw oordeel over het gunnen van een juridische opdracht in het kader van Culturele Hoofdstad 2018 aan dit advocatenkantoor waar Martijn Sanders zelf als adviseur aan is verbonden. U beantwoordde (C2090344/3098565) tamelijk laconiek dat de invulling van dat adviseurschap slechts informeel zou zijn. Desalniettemin blijkt dat geenszins uit de website van deze firma waar Martijn Sanders nog steeds formeel als adviseur van deze firma staat vermeld. Ook wordt het adres van dit advocatenkantoor gebruikt als correspondentieadres in de opdrachtverlening door de Stichting 2018Eindhoven|Brabant aan Sanders.

 

10. Kan het College uitleggen wat de rol is van de firma Bergh Stoop en Sanders in het project 2018Einhoven? Zo nee, waarom niet? Is het eenmansbedrijf van Sanders gevestigd op hetzelfde adres als het advocatenkantoor Bergh Stoop en Sanders Advocaten? Zo nee, waarom wordt dit adres als correspondentieadres gebruikt door de Stichting als er gecommuniceerd wordt met Sanders?

 

11. Is het College het met de PVV eens dat de eerder gestelde vragen over belangenverstrengeling van 17 augustus 2012 uitermate relevant waren en bent u bereid om uw antwoorden op deze vragen te heroverwegen? Zo nee, waarom niet?

 

 

Hoogachtend,

Namens de PVV Statenfractie Noord-Brabant,

 

 

 

Mariëtte Frijters-Klijnen

Patricia van der Kammen