Spreektekst Statenvoorstel Natuurakkoord

Voorzitter,

Het is inmiddels de derde keer in korte tijd dat ik hier sta ter behandeling van het Natuurakkoord. Voor alle duidelijkheid, dat onze fractie op 9 december tegen het toen voorliggende Statenvoorstel stemde, wil niet zeggen dat de PVV Noord-Brabant ook tegen de inhoud van het Natuurakkoord zelf is, integendeel zelfs.

Onze fractie ziet het Natuurakkoord in deze tijd van bezuiniging als een logische maatregel in de herziening van het natuur- en landschapsbeleid. Belangrijk is om hierbij in acht te nemen wat vanaf de jaren zestig bereikt is op het gebied van natuurbeheer, toen de toekomstverwachtingen nog uitermate somber waren. Toen vielen nog 250 Ha natuur in de Heidse Peel op de grens met Limburg ten prooi aan de ploegvoren van de door de overheid gesubsidieerde ontginningen. Na ruim veertig jaar intensief en kostbaar natuurbeleid zijn we inmiddels naar het andere uiterste doorgeslagen en wordt een bij wandelaars geliefd bos in de Maashorst bij Oss vanwege hoogdravende ecologische doelstellingen in een zogenaamd "nagebootste storm" met overheidssubsidie omgekapt.

Op zulke elite-natuur zit de doorsnee natuurliefhebber niet te wachten en zo'n decadent natuurbeleid is aan de belastingbetalende burger al helemaal niet meer uit te leggen. De PVV wil daarom de focus leggen op behoud en beheer van de bestaande natuur en voor onze provincie de ambitie beperken tot de wettelijke verplichtingen. De hooggegrepen habitatdoelstellingen uit de koker van ecologische conceptdenkers schieten het doel van natuurbehoud mijlenver voorbij – wat pijnlijk duidelijk wordt door de "ongewenste" terugkeer van wilde zwijnen in het Leenderbos. Hiermee is het beeld van de Kempen als een "tweede Veluwe" uit de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening van 1966 zelfs onbedoeld werkelijkheid geworden, ziehier het succes!

Om de ambities van de Provincie bij te stellen is dit Natuurakkoord een goed aanknopingspunt. In het Statenvoorstel wordt in de overwegingen namelijk nadrukkelijk gerefereerd aan de in het bestuursakkoord afgesproken ambitie om de EHS in Brabant in zijn oorspronkelijk vorm te voltooien. Het verbaast de PVV ten zeerste dat naar dit punt wordt verwezen, terwijl de SP als één van de aan dit bestuursakkoord verbonden partijen het eerder liet afweten, en het is maar zeer de vraag of de SP vandaag haar steun wél zal uitspreken of dat de heer Heijmans slechts blufpoker speelt. Daarom is de steun voor dit Statenvoorstel mede afhankelijk van de oppositie en dan met name van onze fractie.

De ambitie om de EHS volledig af te maken kan onze fractie om eerder genoemde redenen echter niet steunen. Daarom is het zaak om met een 'akkoord' te komen met onze fractie en dienen wij een motie in met voor de PVV Noord-Brabant belangrijke punten. Als toelichting op de motie wil ik het volgende opmerken.

Het doel om de ambities en daarmee de kosten bij te stellen spreekt voor zich en komt er op neer dat deze provincie afziet van de ambitie van een 'provinciale EHS'. De alternatieven voor het beheer zónder subsidie waren afgelopen week in de kranten te lezen: het uitgeven van langlopende rechten om een natuurgebied te beheren en uit te baten – naar het model van oude feodale rechten – is al een beproefd succes in de Noord-Hollandse Waterleidingduinen. Verder is een opmerking die Pieter van Vollenhoven als voorzitter van het Groenfonds heeft gemaakt toch wel interessant: hij pleit voor een subsidievrij revolverend fonds voor het beheer van natuur, dit naar het voorbeeld van het monumentenbeleid. Verder willen wij in beginsel geen onteigening meer voor 'nieuwe natuur', bij zeer uitzonderlijke gevallen dient toestemming verkregen te worden van PS.

Naast de motie dien ik tevens een amendement in om iedere verwijzing naar ambities uit het bestuursakkoord uit het Statenvoorstel te verwijderen.

Tot slot nog de bestuurlijke rol van SP-gedeputeerde Van den Hout. In de beantwoording op onze Statenvragen bij het interpellatiedebat zijn ons enkele zaken opgevallen. Bij vraag 9 wordt geantwoord dat GS wil handelen "in de geest van het akkoord". Waarom niet naar de letter van het akkoord en in hoeverre is de Provincie hiermee nog wel een betrouwbare partner voor het Rijk?

Bij de beantwoording van de vragen over de gemaakte voorbehouden verwijst GS vooral naar externe factoren. De vraag is echter of de Gedeputeerde – los van deze externe factoren - wél de onvoorwaardelijke intentie heeft om het akkoord uit te voeren. Zoniet, op welke punten en waarom maakt de gedeputeerde een voorbehoud bij de intenties van het akkoord?

Daarnaast is de gedeputeerde in de beantwoording van de technische vragen voorbij gegaan aan mijn vraag over zijn in de commissie gedane uitspraak dat met het nieuwe akkoord zaken als de nulstand voor invasieve exoten van tafel zou zijn. De beantwoording richt zich slechts op de financiële aspecten van dit beleid. Daarom nogmaals de vraag waarop de gedeputeerde deze uitspraken heeft gebaseerd.

De PVV is van mening dat gedeputeerde Van den Hout op dit dossier zijn geloofwaardigheid steeds meer heeft verloren. Sprak hij in december nog van "een slecht akkoord", nu wil hij alsnog goedkeuring. De gedeputeerde draait teveel en komt allerminst overtuigd over. Dat zijn eigen SP Tweede Kamerfractie tegen dit akkoord blijft fulmineren draagt zeker niet bij aan de politieke geloofwaardigheid van hem en zijn partij. Zo sprak SP-kamerlid Van Gerven gisteravond nog van een "chantageakkoord", "oude wijn in nieuwe zakken", "tot stand gekomen door knevelarij van IPO-bobo's", "provincies kiezen voor de kogel of de strop", "als men tekent, dan is het onder groot protest" en "een financiële gatenkaas". In hoeverre onderschrijft de SP - fractie en gedeputeerde - de uitspraken van hun partijgenoot? Is men bereid om afstand te nemen van deze uitspraken?

Tot zover onze termijn, ik bied de voorzitter de motie en het amendement aan.