PVV: Stop de vleermuizenslacht door windmolens!

‘’De mening van de rechter in Breda, eind vorig jaar, was duidelijk: Iedereen die zelfs maar per ongeluk een beschermd exemplaar doodt, overtreedt de wet. En als dat opzettelijk gebeurt, is het zelfs een misdrijf’’, aldus PVV-er Harry van den Berg van de Brabantse Statenfractie in reactie op het stil leggen van het windmolenpark Sabina bij Moerdijk. Tijdens de Statenvergadering van 25 januari dient hij een motie in om verdere overtredingen en misdrijven te voorkomen.
 
‘’Om te voorkomen dat we allerlei juridische problemen krijgen, vraagt de PVV aan de provincie om alle molens waar eerder dode vleermuizen gevonden zijn stil te zetten en nieuwe projecten pas door te zetten nadat goed onderzocht is of er gevaar bestaat voor vleermuizen’’, aldus van den Berg, die de situatie vergelijkbaar acht met de vertraging van de aanleg van allerhande projecten die langdurig uitgesteld werden door de aanwezigheid van de Korenwolf.
 
‘’Ook hier is langdurig en grondig onderzoek op zijn plaats, je moet er niet aan denken dat wij als Staten met een misdrijf bezig zijn’’, aldus van den Berg, die niet schroomt te melden de hele windmolen- en CO2-handel op zich al als misdadig te beschouwen. ‘’Het wordt ondanks tientallen miljarden subsidie met die molens geen honderdste graad minder warm, het enige dat we bestrijden is de uitstoot van een gas dat planten beter laat groeien’’.
 
‘’In 2010 gaven we zo’n 2 miljard uit om de besparing het equivalent van 0,0001% van de Chinese CO2-uitstoot alleen al te realiseren’’. Volgens van den Berg, die de 1 tot 1,5 graad opwarming door CO2 juist als een positief effect beschouwt, moet deze kans dan ook aangegrepen worden om ‘’de fopoplossing voor een fopprobleem’’ daar waar mogelijk te stoppen.
Onderstaand de motie:

Lees meer: PVV: Stop de vleermuizenslacht door windmolens!

Amendement Beleidsevaluatie onderzoek Zuidelijke Rekenkamer

Provinciale Staten van Noord-Brabant, in vergadering bijeen op 12 oktober 2012, ter bespreking van de Beleidsevaluaties Provincie Noord-Brabant; Onderzoeksrapport ZRK,

Constaterende dat:

- in het voorliggende stuk de aanbeveling wordt gedaan over actualisatie van het onderzoeksbeleid terwijl er prangende issues zijn op het gebied van de kwaliteit en de uitvoering;

- er geen onderzoek is gedaan naar de daadwerkelijke benutting van beleidsevaluatie;

Overwegende dat:

- de constateringen over de kwaliteit veel dringender zijn dan een actualisatie van het onderzoeksbeleid, en de actualisatie van beleid weinig meerwaarde heeft als de kwaliteit niet op orde is;

- zonder inzicht in het mate waarin en de wijze van benutting van beleidsevaluatie het rapport incompleet is en het opvolgen van de aanbevelingen nog weinig zinvol is.

Besluiten het ontwerp-besluit 58/12 B als volgt te herformuleren:

1. Kennis te nemen van de conclusies en aanbevelingen van de Zuidelijke Rekenkamer met betrekking tot het onderzoek "Beleidsevaluatie provincie Noord-Brabant (vervolgonderzoek)".

2. Gedeputeerde Staten de opdracht te geven om met een concreet verbeterplan voor de kwaliteit van de uitvoering van evaluaties te komen.

3. Gedeputeerde Staten de opdracht te geven op korte termijn met een nadere analyse te komen van de benutting van beleidsevaluaties.

4. Gedeputeerde Staten de opdracht te geven de uitwerking van het 2e en 3e besluit uiterlijk in het 1e kwartaal van 2013 ter bespreking voor te leggen aan de commissie voor Economische Zaken en Bestuur

En gaan over tot de orde van de dag.

Patricia van der Kammen

Partij voor de Vrijheid

Amendement beloningsnorm ook voor minder dan 50% staatsteun

Provinciale Staten van Noord-Brabant, in vergadering bijeen op 12 oktober 2012, ter bespreking van de Algemene Subsidieverordening Provincie Noord-Brabant

Constaterende dat:

- de provincie een belangrijke verantwoordelijkheid heeft als het gaat om de zorgvuldige besteding van belastinggeld;

- in het voorliggende voorstel voor aanpassing van de ASV de opgenomen weigeringsgrond voor subsidies wegens beloningsbeleid een hoge drempel kent omdat de betreffende organisaties op wie deze weigeringsgrond toepasbaar is voor minstens 50% van hun inkomsten afhankelijk moeten zijn van overheidsgeld.

Overwegende dat:

- het niet aan de belastingbetaler is uit te leggen dat er ná de introductie van de Brabantnorm toch nog op grote schaal subsidie naar organisaties zal gaan die boven de Brabantnorm belonen enkel omdat zijn voor minder dan 50% van de inkomsten afhankelijk zijn van overheidsbijdragen en dus niet onder de weigeringsgrond vallen;

- het aan PS is om te bepalen op welke wijze we het verantwoord vinden om het belastinggeld in te zetten en dus hoe we de ASV willen vorm geven.

Besluiten in het ontwerp-besluit 57/12B artikel 8 lid 2b te schrappen.

En gaan over tot de orde van de dag.

Patricia van der Kammen

Partij voor de Vrijheid