Geacht college,

Bij brief van 15 september 2013 heeft de PVV schriftelijke vragen gesteld die op 14 oktober zijn beantwoord via kenmerk C2129765/3475213 met dagtekening 8 oktober.

Dit leidt tot de volgende vragen:

1.              Wat is de reden dat er maar liefst zes dagen zitten tussen de dagtekening en de daadwerkelijke beantwoording aan de vragenstellers?

2.              In de beantwoording geeft u aan dat er, behoudens een schriftelijke dienstverleningsovereenkomst voor maximaal 12 uur à € 125, - per uur met de beoogd artistiek directeur, geen arbeidsovereenkomst dan wel zakelijk contract is of zal worden gesloten met de geselecteerde kandidaten. Vindt u net als de PVV dat een dienstverleningsovereenkomst een zakelijk contract is? Zo ja, bent u dan van mening dat u onzin verkoopt in uw beantwoording? Zo nee, waarom vindt u dat een dienstverleningsovereenkomst geen vorm is van een zakelijk contract?

3.              Hoeveel uur heeft de beoogd artistiek directeur gedeclareerd en welke daadwerkelijke werkzaamheden heeft hij verricht? Graag een met feiten gestaafde reactie.

4.              In de beantwoording geeft u aan dat er geen arbeidsovereenkomst dan wel zakelijk contract is of zal worden gesloten met de geselecteerde kandidaten. Volgens de offertestelling van Marina Wijn Consultants (Bijlage 1 pagina 5) zal de derde tranche ter hoogte van € 16.500 ex BTW worden gefactureerd bij contracteren van de kandidaten. Aangezien er volgens u geen sprake is van contractering van de kandidaten, kan worden geconcludeerd dat de facturering van deze laatste tranche is/zal vervallen. Desalniettemin geeft u in de beantwoording van uw vragen aan dat facturering van het volledige bedrag ter hoogte van € 49.900,- voor het wervingsbureau heeft plaatsgevonden. Kunt u hierover helderheid verschaffen en met een sluitende verklaring komen? Zo nee, waarom niet?

5.              De beantwoording van de Statenvragen geeft geen uitsluitsel of de bedragen zoals genoemd in- of exclusief BTW zijn. Kan het college hierover duidelijkheid verschaffen? Zo nee, waarom niet? Is er sprake van BTW afdracht, en zo ja, wie verzorgt deze? Geeft dit aanleiding voor aanpassing van de bedragen, zoals genoemd in de beantwoording van de Statenvragen?

6.              Bent u bereid om volledige openheid van zaken te geven en daarom ook de originele rekeningen en bewijzen van betaling aan Marina Wijn Consultants en de beoogde artistiek directeur ter beschikking te stellen aan Provinciale Staten? Zo nee, waarom niet?

Hoogachtend,

Namens de PVV fractie Noord-Brabant

Mariëtte Frijters-Klijnen

Patricia van der Kammen

De PVV Noord-Brabant is met stomheid geslagen door het antwoord op technische vragen waarin de PVV vraagt om een lijst met uitgaven, orders en inkopen vanaf 1 januari 2012 in het kader van Culturele Hoofdstad 2018. Deze informatie wordt niet als openbare informatie verstrekt maar ligt enkel vertrouwelijk ter inzage.

De argumenten die daarvoor worden opgevoerd raken kant noch wal. "Gesproken wordt bijvoorbeeld over boeteclausules bij openbaring maar er is niet eens gekeken hoe de gevraagde informatie eventueel op aangepaste wijze kon worden verstrekt. De provincie heeft de mond vol van transparantie maar na onnodige vertragingen in het beantwoordingsproces lijkt het wel alsof er is toegeredeneerd naar een manier om de informatie verborgen te houden", aldus Frijters-Klijnen van de PVV Noord-Brabant.

"De belastingbetaler mag best weten welke kosten er zijn gemaakt in het kader van de voorbereiding van het geplande elitefeest Culturele Hoofdstad 2018," vult Van der Kammen aan. ”Als iemand daar recht op heeft, is het wel de Brabander, die hiervoor immers heeft betaald.”

De PVV dient schriftelijke vragen in om duidelijkheid te krijgen omtrent de achtergrond van de vertrouwelijkheid en de slechte onderbouwing daarvan en wil alsnog dat de informatie waarom was gevraagd, openbaar wordt.

Read More

Geacht college,

Op 19 juli 2013 heeft de PVV schriftelijke vragen gesteld, die door u op 13 augustus 2013 onder kenmerk C2125771/3452187 zijn beantwoord. Eindhoven wordt niet voorgedragen voor de titel Culturele Hoofdstad 2018.

Dit leidt tot de volgende vragen:

  1. Zijn de beoogde Artistiek Directeur en 3 programmamanagers inmiddels op de hoogte gesteld van het feit dat zij niet benoemd zullen worden? Zo nee, waarom niet?
  2. Kan het college bevestigen dat op geen enkele wijze een arbeidsovereenkomst dan wel zakelijk contract is of zal worden gesloten met de geselecteerde kandidaten?
  3. Kunt u een gespecificeerd overzicht geven van alle kosten tot op heden en de nog te verwachten kosten rondom de vacaturestelling? Zo nee, waarom niet?

Hoogachtend,

Namens de PVV fractie Noord-Brabant

Mariëtte Frijters-Klijnen

Patricia van der Kammen