Geacht college,
In het Brabants Dagblad van 3 oktober is te lezen dat gedeputeerde Swinkels op vrijdag
2 oktober de Cultuurvisie van het college van GS voor de komende jaren heeft gepresenteerd.[1]
Dit roept de volgende vragen op:
1) Klopt de inhoud van het artikel in het Brabants Dagblad?
2) Waarom moeten Provinciale Staten een nieuwe meerjarenvisie van het college van Gedeputeerde Staten uit de media vernemen, in plaats van hier vooraf over geïnformeerd te worden? Deelt u dan de mening van de PVV dat het bestuurlijk onbehoorlijk is dat Provinciale Staten dit soort zaken uit de krant moet vernemen?
3) In dit artikel wordt gesproken over het “administratief makkelijker maken” voor culturele instellingen die ook reeds een rijkssubsidie ontvangen.
- Is het college net als de PVV van mening dat er een volstrekt verkeerd signaal uitgaat van het pamperen en in de watten leggen van organisaties die sowieso al meervoudig aan het subsidie-infuus hangen?
- Bent u net als de PVV van mening dat u hiermee subsidiestapelen beloont, in plaats van de organisaties steunen die hun best doen om zo weinig mogelijk afhankelijk te zijn van publieke subsidiegelden?
- Bent u net als de PVV van mening dat er juist minder bureaucratie zou moeten zijn voor organisaties die zelf hun broek ophouden in plaats van de subsidiesponzen? Zo nee, waarom niet?
4) Volgens het openbaar CV van gedeputeerde Swinkels is hij als nevenactiviteit actief tekstschrijver (muziek)theater. Is het college net als de PVV van mening dat deze nevenactiviteit in combinatie met de gepresenteerde plannen voor de komende jaren van extra geld naar met name theater- en muziekgezelschappen, festivals en beeldende kunstinstellingen (de schijn van) mogelijke belangenverstrengeling met zich meedraagt? Zo nee, waarom niet?
Namens de PVV Noord-Brabant
Willem Bakker
[1] http://www.anp360.nl/nieuws/article/15359067?h=ff2af52b95c77599a3b5a72c00510602
Beantwoording: Cultuurbeleid_hoge_hoed_beantwoording_dd_03-11-2015.pdf
Vz,
Op 26 september verscheen in BN/DeStem een artikel onder de kop “Gedeputeerde heeft 't verbruid”, waarin werd gesteld dat gedeputeerde Van den Hout voor de zoveelste keer afwezig zou zijn geweest bij het COVM overleg voor vliegbasis Gilze-Rijen. De PVV fractie heeft hierover de volgende vragen:
1) Bent u bekend met het artikel?
2) Klopt de berichtgeving in dit artikel, dat gedeputeerde Van den Hout niet bij het halfjaarlijks COVM overleg in Gilze-Rijen aanwezig was? Zo ja, om welke reden?
3) Volgens een van de leden van de COVM-commissie zou gedeputeerde Van den Hout die avond bij een SP-avond in Breda aanwezig zijn geweest, getuige zijn berichten op Twitter. Klopt deze constatering? Zo nee, waarom niet?
4) In 2013 kreeg deze gedeputeerde ook al kritiek vanwege veelvuldige afwezigheid bij COVM vergaderingen. In beantwoording van Statenvragen van onze fractie stelde GS toen:
“Bij genoemde vergaderingen is sprake geweest van een zorgvuldige afweging in prioriteitstelling. Het zal duidelijk zijn dat het soms niet anders kan, dan een andere keuze te maken dan het voorzitten van een COVM-vergadering.”
Naast de wijzigingen van de Verordening Ruimte die vandaag voorliggen, zitten in de stukken ook enkele afgewezen verzoeken. Over het afgewezen verzoek van de gemeente Drimmelen heeft onze fractie zich enigszins verbaasd. Deze gemeente zou aan de westkant van Made een glastuinbouwcomplex willen saneren voor de bouw van een supermarkt, de nieuwbouw van het Dongemondcollege en een speelbos.
GS wijst dit verzoek af vanwege de zogenaamd “duidelijke scheiding tussen stad en land”, waardoor dit gebied niet geschikt zou zijn voor stedelijke ontwikkeling. Daarnaast stelt GS dat deze ontwikkelingen niet passen in de ladder van duurzame verstedelijking, omdat er oplossingen zouden zijn binnen bestaand stedelijk gebied.
Vz, toen onze fractie bij een eerdere wijziging van de Verordening Ruimte om praktisch dezelfde redenen vroeg om het plan voor het Dommelkwartier in Valkenswaard te heroverwegen, liet GS weten niet op de stoel van de wethouder te willen zitten en dat dit op de eerste plaats gemeentelijke afwegingen zijn. Dit roept de vraag op of hier een consistente lijn in het provinciale ruimtelijke beleid ontbreekt, waarom gaat GS in het geval van Drimmelen wél op de stoel van de wethouder zitten door op zulk detailniveau in te grijpen? Graag een reactie.
Daarnaast is het onduidelijke welke criteria GS hanteert voor een “duidelijke scheiding tussen stad en land”. Momenteel is dit gebied bebouwd met een kassencomplex met bijgebouwen, van een open landschap is geen sprake. Wat zijn voor u de criteria om dit te bepalen? Graag een reactie.
Vz, voor wat de voorgestelde wijzigingen zelf betreft heeft de PVV fractie bekeken of betreffende locaties in aanmerking komen voor windmolenparken, asielzoekerscentra of moskeeën. Dit hebben we niet kunnen ontdekken. Toch willen we graag uitsluitsel hierover van het college. Is bij GS bekend of een van de voorgestelde wijzigingen bedoeld is voor de ontwikkeling van een windmolenpark, asielzoekerscentrum of moskee? Graag een reactie.
Indien dat niet het geval, heeft onze fractie geen bezwaar tegen de voorgestelde wijzigingen.