Op de website van het met miljoenen provinciaal belastinggeld gesubsidieerde Brabants kenniscentrum kunst en cultuur (bkkc) staat een open uitnodiging voor een netwerkbijeenkomst op 29 januari 2015, bedoeld om een onlangs ingesteld cultuurfonds van 25 miljoen te vieren. De mede organiserende partijen zijn eveneens door de Provincie zwaar of geheel gesubsidieerd, zoals Kunstbalie, Erfgoed Brabant, Cubiss, en Prins Bernhard Cultuurfonds.
De PVV Noord-Brabant vindt het een gotspe dat publiek geld in deze moeilijke tijden door kunst- en cultuurclubjes besteed wordt aan gratis feestjes nota bene ter ere van 25 miljoen publiek geld waar onder meer de elitaire kunstkoepels al reikhalzend naar uitkijken.
Dat er 25 miljoen publiek geld naar een cultuurfonds gaat om allerlei projecten uit te financieren waar de Brabanders niet op zitten te wachten maar waar ze wel aan mogen meebetalen is al erg genoeg. Maar de inkt van de oprichtingsakte van dit fonds is nog niet droog of het eerste geld wordt op kosten van dezelfde belastingbetalers besteed aan een open feestje. Dit getuigt van schaamteloosheid.
De PVV Noord-Brabant stelt het college van Gedeputeerde Staten vragen over dit ongepaste feest en wil dat het wordt afgeblazen.
Geacht college,
Zie onderstaande tweet:
Dit leidt tot de volgende vragen:
1 Vindt het college het een gedeputeerde waardig om een dergelijke uitspraak te doen over een democratisch gekozen politieke partij?
2. Spreekt gedeputeerde Van den Hout in zijn tweet namens het gehele college?
3. De uitspraak van gedeputeerde Van den Hout impliceert dat hij ook de PVV Noord-Brabant racistisch vindt. Deelt het college deze mening?
Namens de PVV Noord-Brabant,
Ronald Dol
Mariëtte Frijters-Klijnen
Alexander van Hattem
Patricia van der Kammen
Harry van den Berg
Jan Kerkhoff
Joyce Kardol
Beantwoording: Tweet_vd_Hout_over_PVV_beantwoording_dd_13-01-2015.pdf
Geacht college,
Op 16 oktober stelde de PVV fractie technische vragen naar aanleiding van een presidium-memo waaruit bleek dat er kosten zijn gemaakt voor 'vertegenwoordiging van een Statenlid namens de provincie Noord-Brabant bij de AER in Montenegro'. De PVV wilde weten waarom een Statenlid hier de provincie vertegenwoordigde, wat het doel van de AER bijeenkomst was, wat het mandaat van het Statenlid was als vertegenwoordiger van de provincie, in welk gremium en wanneer hiertoe besloten was, of er door de provincie verdere kosten zijn gemaakt en uit welk budget dit is betaald, en of er nog meer van dergelijke reizen gemaakt (of gepland) zijn door Statenleden waar zij de provincie vertegenwoordigen. De PVV vroeg om een volledig overzicht van de gehele huidige Statenperiode.
Op 3 november stond in Brabants Dagblad een artikel over de uitgaven aan reizen door provinciebestuurders[1]. De krant vroeg middels een WOB verzoek om informatie over de kosten, doelen en opbrengsten van alle buitenlandse dienstreizen van de afgelopen 5 jaar. (Zie bijlage 1 voor de voor Brabant relevante informatie vanaf 2011). Uit de informatie blijkt dat een aantal Statenleden reizen heeft gemaakt naar AER bijeenkomsten.
Dit artikel bevatte daarmee een belangrijk deel van de informatie waar de PVV via technische vragen om had gevraagd, maar tot dan toe nog geen antwoord op had gekregen. Nadat onze fractie daarover reclameerde ontvingen wij op 4 november antwoorden op de technische vragen. Zie bijlage 2 voor de beantwoording. Deze beantwoording roept bij ons de volgende vragen op.