Geacht college,
In het Brabants Dagblad[1] van 8 maart jl. stelt de Tilburgse burgemeester Noordanus (PvdA) voor om een verplicht quotum voor alle Brabantse gemeenten in te stellen om (naast statushouders) asielzoekers op te vangen. Noordanus zal dit voorstel inbrengen in een overleg met de Brabantse burgemeesters en de Commissaris van de Koning op donderdag 10 maart in het Provinciehuis.
Dit roept bij de PVV fractie de volgende vragen op:
1. Bent u bekend met dit voorstel?
2. Kunt u aangeven wat de status is van deze bijeenkomst en vanuit welke hoedanigheid en met welk doel dit vanuit de Provincie dan wel vanuit de CdK als orgaan georganiseerd en gefaciliteerd wordt?
3. Vindt u het wenselijk om in een overleg van ongekozen bestuurders zulke maatregelen te bespreken, zonder dat hierbij Provinciale Staten, gemeenteraden of de burgers worden betrokken?
4. Waarom wordt in dit overleg ruimte gegeven om bovenwettelijke maatregelen te bespreken, zonder dat daar een expliciete verplichting of een democratisch mandaat voor is?
5. Burgemeester Noordanus heeft aangegeven dat dit ‘pact’ niet vrijblijvend zal zijn voor gemeenten. Deelt u de mening van de PVV dat dit niet verplicht kan worden opgelegd en derhalve een onacceptabel voorstel is?
6. Verder geeft burgemeester Noordanus aan dat in de provincie Noord-Brabant voor eind mei nog voor 3500 asielzoekers een plek moet worden gevonden en voor het gehele jaar nog voor 6000 asielzoekers. Kloppen deze genoemde cijfers en kunt u aangeven waarop deze cijfers gebaseerd zijn? Zo nee, beschikt u over andere aantallen?
7. Deelt u de mening van de PVV fractie dat dit voorstel zeer onwenselijk is en er absoluut geen medewerking aan moet worden verleend? Zo nee, waarom niet?
8. Bent u bereid om in plaats van gewillig medewerking te verlenen aan de asielinvasie een helder signaal aan de minister af te geven dat onze provincie en gemeenten dit niet aan kunnen en de regering te verzoeken om de enige effectieve oplossing, namelijk grenzen dicht voor asielzoekers, te effectueren? Zo nee, waarom niet?
PVV Noord-Brabant
Alexander van Hattem
Patricia van der Kammen
Beantwoording: Pact_van_Brabant_beantwoording_dd_29-03-2016.pdf
Voorzitter,
Dit voorstel is hoofdzakelijk bedoeld om Rijksmiddelen via het provinciefonds door te sluizen naar de waterschappen. De provincie fungeert hierin slechts als doorgeefluik en stelt geen aanvullende verantwoordingseisen bovenop wat het Rijk vraagt. Hiertoe wordt een bijdrageverordening ingesteld. Volgens het voorstel scheelt dit in overheadkosten en zou het ten opzichte van een subsidieregeling zelfs een lastenverlichting zijn.
Voorzitter, als de provincie in dit kader toch slechts een doorgeefluik is, dan weet de PVV nog wel een stevige lastenverlichting: voeg de waterschapsbesturen en het provinciaal bestuur samen tot één bestuurslaag. De uitvoering van nuttige en belangrijke waterschapstaken kan zo in stand blijven en de kosten van een overbodige bestuurslaag kunnen achterwege blijven.
Met die constatering is dit voorstel een typisch product van de bestuurlijke drukte in Nederland, waar de belastingbetaler de prijs voor betaalt. Want naast de 80 procent van de 17 miljoen euro Rijksmiddelen voor de waterschappen, is ook nog 20 procent bedoeld voor zogenaamde 'nieuwkomers' in het beheer van de zoetwatervoorziening, waaronder gemeenten. Nog meer versnippering van taken en bestuurlijke drukte, getuige ook de lange lijst van partijen als ondertekenaars van de Bestuursovereenkomst Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden Zuid.